Nieuwsbericht

Weinig argusvlinders in 2016

donderdag 11 augustus 2016

Van de vlinders in ons land doen maar weinig soorten het zo slecht als de argusvlinder. 2016 was tot op heden daarop geen uitzondering.

Tijdens de speciale argusvlindertelling dit voorjaar werden er maar weinig gezien en ook in de routes van het meetnet was het erg mager. Kunnen we nog argusvlinders verwachten deze zomer?

De argusvlinder brengt de winter door als rups, een stadium dat vatbaar is voor weersinvloeden. De winter van 2015/2016 was zacht en nat en dat verlaagt de overlevingkans van de rupsen. Bovendien was april koud en nat: het werd dagenlang niet warmer dan 10⁰C bij stevige noordenwind. Het resulteerde in maar mondjesmaat waarnemingen van argusvlinders in de voorjaarsgeneratie: de aantallen waren in het voorjaar van 2016 de helft lager dan het jaar ervoor.

Voor het derde jaar op rij organiseerden De Vlinderstichting en Waarneming.nl half mei een telweekend voor de argusvlinder. Helaas was het vrijwel het hele weekend koud, bewolkt en winderig weer, op een zonnige vrijdag na.

Daardoor deden minder mensen mee aan de telling, maar ook de argusvlinders zelf lieten het aardig afweten. Via De Vlinderstichting werden tellingen uit 50 kilometerhokken doorgegeven. Daarin werden in totaal 35 argusvlinders gezien, meestal niet meer dan één tegelijk. Via Telmee en Waarneming.nl werden 100 argusvlinders gemeld op 68 locaties. In totaal zijn er dus in het hele telweekend 135 argusvlinders gezien in Nederland. Dit staat in schril contrast met de aantallen in 2015: 543 argusvlinders in 300 kilometerhokken, aangevuld met 818 argusvlinders op 500 locaties.

Onder het gemiddelde

Wordt het deze zomer beter? Als we de actuele gegevens uit het meetnet dagvlinders bekijken, zit de argusvlinder dit jaar nog ver onder het gemiddelde van de afgelopen 25 jaar. Niet geheel verwonderlijk, want de soort was vroeger veel meer aanwezig dan momenteel. Maar toch, voor we van een gemiddeld argusvlinderjaar kunnen spreken, moeten er nog veel meer argusvlinders op de monitoringsroutes worden gezien.

Normaliter is de tweede generatie stukken groter dan de voorjaarsgeneratie. In mei en juni waren de omstandigheden voor opgroeiende rupsen prima te noemen. Het was nat (juni) met geregeld ook een zonnige dag: groeizaam weer voor de waardplanten en daarmee ook voor de rupsen. Die zijn inmiddels verpopt en sinds half juli worden er weer verse argusvlinders gezien. We kunnen dus, ondanks een tamelijk ‘argusloos’ voorjaar, nog wel degelijk argusvlinders gaan zien in de komende weken!

Hoopvol stemmen de waarnemingen van onverwachte plekken. Zo wist Dick Pruiksma op 25 juli een mannetje en vrouwtje argusvlinder te fotograferen op het Dwingelderveld, een plek waar de soort al enige tijd verdwenen is. Joop Scheijbeler meldde een exemplaar van de Veerhaven in Breskens op waarneming.nl. Ook op die locatie was dat alweer even geleden. Het wordt de komende tijd dus weer goed opletten of u de bedreigde argusvlinder tegenkomt. Heeft u er eentje gezien? Geef dan uw waarneming door via Telmee of Waarneming.nl.

Argusvlinder tellen