maandag 19 augustus 2024
Heb je een groene of, liever nog, een kleurrijke tuin, dan kun je daar nu en de komende weken de houtpantserjuffer te zien krijgen. Dit een heel algemeen juffertje dat verspreid door het hele land voorkomt. Ook als je geen water in je tuin hebt, kun je ze daar aantreffen, want als ze nog niet geslachtsrijp zijn, zitten ze op allerlei plekken waar ze insecten kunnen vinden, hun hoofdvoedsel.
De nazomer is een goede tijd om houtpantserjuffers te zien. De vrouwtjes van dit juffertje boren gaatjes in de bast van bomen en struiken en leggen, van augustus tot in oktober, vlak onder die bast hun eitjes. Dat gaat soms om honderden eitjes bij elkaar. De juffers kiezen niet zomaar een boom of struik, maar altijd één waarvan de takken vlakbij of liever nog boven het water hangen. De eitjes blijven in die takken de hele winter in rust, maar in het voorjaar, begin april, kruipen de larfjes uit en laten ze zich vallen. Ze hopen dan in, of in ieder geval vlakbij het water terecht te komen. De larfjes kunnen zich met allerlei springende bewegingen wel wat verplaatsen, maar een meter of twee is voor zo’n klein diertje van een paar millimeter natuurlijk al veel te ver. Eenmaal in het water kunnen ze zich verder ontwikkelen. De sporen van de ei-afzetting zijn goed te vinden op allerlei bomen en struiken. De soort boom of struik lijkt hierbij niet echt van belang. Er zijn sporen van ei-afzet gevonden op meer dan veertig verschillende soorten. Ook andere planten die in de winter wat houtig worden, zoals kattenstaart en brandnetel, worden wel door de houtpantserjuffer gebruikt. Het meest worden eitjes gevonden op wilg en els, maar dit komt vooral omdat juist deze veel langs het water staan.
Je kunt vanaf de kant de ei-sporen vrij goed vinden en zeker met een verrekijker kom je een heel eind. Als het nog gaat vriezen komende winter, kunnen ook allerlei plaatsen waar je normaal niet komt op de aanwezigheid van eitjes worden gecontroleerd. Het watertype lijkt nauwelijks van belang te zijn: de eitjes zitten zowel bij sloten, poelen en plassen, als langs de grote rivieren. De enige voorwaarde is dat er bomen of struiken langs het water staan.
Zoals alle juffertjes zijn het slanke, ‘dunne’ libellen die hun vleugels langs of in de buurt van hun achterlijf houden. Ze zijn prachtig groen metallic gekleurd. In de loop van de nazomer en herfst worden ze steeds donkerder en aan het einde zijn ze soms bronskleurig of bruin, maar altijd nog met die metallic glans. Voor de voortplanting zijn ze dus aangewezen op opgaande begroeiing langs het water, maar verder kun je ze op heel veel plekken aantreffen. Als er warme, wat beschutte plekken zijn waar veel insecten te vinden zijn, kunnen ze daar soms met tientallen bij elkaar gevonden worden. Vaak hangen ze aan takjes of bladeren in zonnige bosranden. Ook worden ze heel regelmatig uit tuinen gemeld en de komende weken kunt u ze ook bij u in de tuin te zien krijgen, als die tuin tenminste niet alleen uit stenen bestaat. Insecten, mugjes en vliegjes zijn het hoofdvoedsel van houtpantserjuffers en die moeten ze er wel kunnen vinden.
Tekst en foto's: Kars Veling, De Vlinderstichting
Gehakkelde aurelia: nu verscholen in uw tuin
13-dec-2022
Prima nazomer voor het scheefbloemwitje
14-okt-2024
Week van de kleine heivlinder
14-okt-2024
Overwinterende vlinders in struiken
7-okt-2024