Nieuwsbericht

Ga op zoek naar de rupsen van de teunisbloempijlstaart

vrijdag 15 juli 2022

Vanaf 1996 wordt de teunisbloempijlstaart regelmatig waargenomen in Nederland, voornamelijk in de zuidoostelijke helft. Het is één van de twee nachtvlindersoorten die is opgenomen in de habitatrichtlijn, wat betekent dat de soort op Europees niveau beschermd wordt. Om iets te zeggen over de aantallen en verdere verspreiding van de teunisbloempijlstaart is monitoring nodig. Tel je mee?

Verspreidingskaart van de teunisbloempijlstaart van 2000 tot 2022 (Bron: NDFF). Verspreidingskaart van de teunisbloempijlstaart van 2000 tot 2022 (Bron: NDFF).

De teunisbloempijlstaart breidt zich vanaf ongeveer 2018 vanuit het zuidoosten van Nederland steeds verder uit naar het noorden. Dit komt door zijn mobiele karakter – de vlinders kunnen vrij ver vliegen - maar ook door klimaatopwarming. Omdat de soort is opgenomen in de habitatrichtlijn moet er ééns in de zes jaar gerapporteerd worden over de instandhouding van deze soort. Om hier iets over te kunnen zeggen is er monitoring nodig. Door het mobiele karakter is het aan de hand van waarnemingen van vlinders lastig te zeggen of de soort zich ook echt voortplant waar de vlinder is gezien. Daarnaast is het relatief eenvoudig om rupsen te vinden. Daarom is ervoor gekozen om de soort te monitoren aan de hand van de rupsen.

Rupsen

De rupsen van de teunisbloempijlstaart zijn te vinden van juni tot en met september. De meeste waarnemingen worden gedaan tussen eind juni en eind juli. In augustus volgt er nog een kleinere piek. De rupsen kennen verschillende vervellingsstadia. In het begin zijn ze nog erg klein en groen. Ze zijn dan lastig te vinden. Naarmate ze groter worden, kleuren ze vaak bruin en zijn ze veel opvallender. Als de rupsen volgroeid zijn, gaan ze aan de wandel om een plek te zoeken om te verpoppen. Dit veroorzaakt waarschijnlijk de waarnemingspiek in augustus, want ze lopen dan ook vaak over de bestrating. In Nederland zitten de rupsen op de verschillende soorten teunisbloemen, maar ook op harig wilgenroosje, basterdwederiksoorten en grote kattenstaart. Op de waardplant zijn de jonge rupsen lastiger te vinden, omdat ze goed gecamoufleerd zijn. Maar ze verraden zich al gauw door vraatsporen aan de bloemen en zaden. Ook uitwerpselen op de bladeren verklappen de verstopplek.

Waarnemingen

Veel waarnemingen van de teunisbloempijlstaart worden in Nederland in bebouwde gebieden gedaan. Dit komt voornamelijk door braakliggende stukken, waar als onderdeel van de pioniersvegetatie al gauw teunisbloem opkomt. De teunisbloempijlstaart heeft echter ook een voorkeur voor harig wilgenroosje. Mogelijk is het een waarnemerseffect dat de rupsen in Nederland voornamelijk op teunisbloemen gefotografeerd worden.

Protocol

De oudere rupsen zijn makkelijker te vinden. De oudere rupsen zijn makkelijker te vinden.

Voor het zoeken naar rupsen van de teunisbloempijlstaart hebben we een protocol opgesteld. Zo krijgen we inzicht in hoe de aantallen van de teunisbloempijlstaart van jaar tot jaar verschillen. Ook krijgen we een goed beeld van de habitats waar de meeste rupsen worden gevonden, en hoeveel tijd er gemiddeld nodig is om de rupsen te zoeken.

Meedoen!

Zoeken jullie mee? Het protocol is simpel te volgen. Ga op zoek naar plaatsen waar waardplanten staan. Wanneer je een locatie met waardplanten hebt gevonden doe je een kwartiertelling: in vijftien minuten tel je alle rupsen van de teunisbloempijlstaart die je vindt. Hiervoor gebruik je de app ButterflyCount, die is gratis te downloaden via de App store of Play store. Deze app houdt de locatie bij die je aflegt en de tijd dat je zoekt. Hierdoor is er bekend welke inspanning er is geleverd voor de hoeveelheid rupsen die zijn gevonden. Niks gevonden? Ook dit is waardevolle data. Je kunt op één locatie meerdere kwartiertellingen uitvoeren. Doe dit in de periode van half juni tot begin augustus, en let zowel op rupsen als op vraatsporen en uitwerpselen. Als je die vindt, kan je met wat extra zoeken waarschijnlijk ook een rups vinden.

Kort samengevat:

  • Ga naar een plek met waardplanten: teunisbloem, harig wilgenroosje, basterdwederik of kattenstaart
  • Doe een kwartiertelling met ButterflyCount
  • Je telt alleen rupsen van de teunisbloempijlstaart
  • Zet in het commentaarveld 'teunisbloempijlstaart' zodat we weten welke soort is geteld
  • Voeg een foto toe van een representatief stuk waar je geteld hebt
  • Rups gevonden? Maak een foto van de rups!
  • Meerdere kwartiertellingen zijn mogelijk

We hopen dat er dit jaar veel rupsen geteld worden, zodat we een beter beeld krijgen van de verspreiding en uitbreiding van de teunisbloempijlstaart. Veel succes aan iedereen die gaat tellen!

2022 JurrienVanDeijk MarjelleMolenaar Natuurbericht NDFF ProserpinusProserpina RikWever rupsen Teunisbloempijlstaart