Nieuwsbericht

Houtpantserjuffer zoeken in de winter

woensdag 9 december 2009

De houtpantserjuffer is een echte nazomerlibel. Vrijwel alle dieren zijn inmiddels verdwenen, maar toch is de soort de komende maanden prima op te sporen. De houtpantserjuffer overwintert namelijk als ei en de sporen daarvan zijn goed te vinden.

De vrouwtjes van de houtpantserjuffers boren gaatjes in de bast van bomen en struiken en leggen daar in augustus en september, vlak onder die bast hun eitjes (zie foto rechts). Dat gaat soms om honderden eitjes bij elkaar. Ze kiezen daarvoor niet zomaar een boom of struik, maar altijd een waarvan de takken vlakbij of liever nog boven het water hangen. Die eitjes blijven de hele winter in rust, maar in het voorjaar, begin april, dan komen de larfjes eruit gekropen en deze laten zich vallen en hopen dan in, of in ieder geval vlakbij, het water terecht te komen. Ze kunnen met allerlei springende bewegingen zich wel wat verplaatsen, maar een meter of twee is voor zo’n klein diertje van een paar millimeter natuurlijk al veel te ver. Eenmaal in het water kunnen ze zich verder ontwikkelen.

De sporen van die ei-afzetting zijn goed te vinden op allerlei bomen en struiken. De soort boom of struik lijkt niet echt van belang. We hebben de sporen gevonden op meer dan 40 verschillende soorten. Ook andere planten die in de winter wat houtig worden, zoals kattenstaart en brandnetel worden wel door de houtpantserjuffer gebruikt. Het meest worden eitjes gevonden op wilg en els, maar dit komt vooral omdat juist deze veel langs het water staan. Je kunt vanaf de kant de eisporen (foto links) vrij goed vinden en zeker met een verrekkijkertje kom je een heel eind. Als het nog gaat vriezen deze winter dan kunnen ook allerlei plaatsen waar je normaal niet komt op de aanwezigheid van eitjes worden gecontroleerd. Het watertype lijkt nauwelijks van belang te zijn, want ze zitten zowel bij sloten, poelen en plassen als langs de grote rivieren als er daar bomen of struiken langs het water staan.