December

Week 1

Ik blijf mij verbazen over vlinders. Niet alleen over hoe ze eruitzien, maar vooral over hoe ze leven, wat ze eten, wanneer ze te zien zijn en hoe ze overwinteren. Elke soort is anders, en dat is een onuitputtelijke bron van inspiratie. Gek idee toch, dat er nu buiten kleine vossen zitten, ook als het vriest, hagelt en sneeuwt? En dat ze dan wanneer de zon hen genoeg opwarmt weer tevoorschijn komen, tegelijk met het speenkruid? Juist de verschillen tussen de soorten maken voor mij dat ze mij blijven boeien en dat ik vind dat we ons ervoor moeten inzetten dat onze leefomgeving niet alleen aangenaam is voor onszelf,  maar ook voldoet aan hun wensen. Daarom blijf ik mij inzetten voor biodiversiteit!

Dit is de laatste van de Vlinderflarden die ik schrijf bij de Vlinderstichting-kalender van 2019. Ik hoop dat u ze met plezier hebt gelezen, ik vond het in elk geval leuk om te doen!

Week 52

Mijn werk bij De Vlinderstichting begon met een grote vos. Niet echt, maar voor mij wel. Juli 1995, we waren op vakantie in Zuid-Limburg, ik zat midden in de sollicitatieprocedure voor de functie Coördinator voorlichting en educatie, toen er een grote vos – een heel zeldzame vlinder – werd gemeld bij de Kunderberg. Hij was er nog toen we daar aankwamen, hij kwam uit de kersenboom naar beneden en ging zowaar op mijn arm zitten. Kort daarna hoorde ik dat ik was aangenomen bij De Vlinderstichting. Voor mij voelt het nog altijd een beetje alsof die grote vos me dat alvast kwam vertellen;).

Week 51

Vorige week was ik, samen met een aantal andere natuur- en milieuorganisaties, uitgenodigd bij premier Rutte en minister Schouten in het Catshuis. Sinds mijn bezoek aan staatssecretaris Bleker in 2012 heb ik er een gewoonte van gemaakt om een foto van een vlinder die ertoe doet mee te nemen en te overhandigen. Zo hoop ik dat onze boodschap – letterlijk en figuurlijk - langer blijft hangen. Ik was van plan voor Rutte een kleine vos mee te nemen: als goede stikstofindicatorsoort die helaas de afgelopen jaren sterk achteruit is gegaan. Het liep anders: op het laatste moment heb ik vanwege #mijnnatuurblijft gekozen voor de argusvlinder: een echte boerenlandvlinder en vooral de favoriet van collega Anthonie. Daarmee is de kleine vos een plekje in het Ministerie van Algemene Zaken misgelopen.

Week 50

Stikstof is momenteel volop in de belangstelling. Duidelijk is dat veeteelt voor de grootste hoeveelheid stikstof zorgt, en duidelijk is ook dat de natuur er het meeste last van heeft. En dat zien we direct aan de vlinders: het blijken prima stikstofindicatoren te zijn. De afgelopen jaren ging het met de ‘stikstofminnende’ vlindersoorten (waar de kleine vos bij hoort) relatief goed, terwijl de ‘stikstofmijdende’ soorten hard achteruitgingen. Des te zorgwekkender dat het afgelopen jaar ook de kleine vos nauwelijks is gezien. Zou er ook voor brandnetelvlinders een grens zijn aan de stikstof die ze in hun leefomgeving kunnen verdragen? Ik weet het niet, maar het lijkt mij belangrijk om dit te onderzoeken!

Week 49

De kleine vos is een van mijn favorieten, juist omdat het in Nederland zo’n gewone vlinder is, die vaak al vroeg in het voorjaar zijn mooie kleuren laat zien. Een vlinder die weinig eisen stelt, graag op nectar afkomt en die je daardoor gemakkelijk naar je tuin kunt lokken, maar die je ook op een paardenbloem in een weiland kunt tegenkomen. Hij vertoont veel overeenkomsten met de dagpauwoog: het vrouwtje legt een hele ‘klodder’ eitjes op de brandnetel, de rupsen eten alleen maar van die brandnetel, ze overwinteren allebei als vlinder en zijn daardoor allebei vroeg in het voorjaar present. Heel gewoon, een ‘brandnetelvlinder’, maar ik ben elk jaar weer blij hem te zien!