Vroeger was er veel bos op het Leersumse Veld, maar er is flink gekapt om het open karakter van dit gebied te herstellen. Nu is het een heidegebied, met een drietal vennen, omzoomd door berkenbos. Her en der staan wat eiken, en aan de randen zijn beukenlanen te vinden. Om de heide open te houden, lopen grazers rond, zodat de jonge boompjes en struiken weinig kans krijgen.
De vennen zijn ontstaan door het steken van turf in het verleden. Het is het een goede plek voor vlinders en libellen, maar ook zeer de moeite waard voor vogels. Zo kun je genieten van zingende boompiepers en het ‘gelach’ van de groene specht. Ook ringslangen, hazelwormen en zandhagedissen zijn vaste bewoners van het Leersumse veld. Op bloeiende dopheide, en later in het jaar struikheide, kunnen drinkende en zonnende vlinders zitten.
De venglazenmaker is een van de grotere libellen van Nederland. Zijn spanwijdte is maximaal 10,5 cm, en het lichaam kan wel 8 cm worden. Van juli tot september is de libel te vinden bij de vennen van het Leersumse veld.