Eindeloze vergezichten, geritsel in de struiken, een hert in de mist. In de grond voor je voeten zijn de wroetsproren van wilde zwijnen nog duidelijk te zien, hoog in een boom peutert een kruisbek zaadjes uit een dennenappel. Soms sta je ineens oog in oog met een vos. Hij kijkt je even aan en springt weg, zijn rode staart verdwijnt in de begroeiing en je bent weer alleen.
Het gebeurt allemaal in Nederlands grootste aaneengesloten natuurgebied, Nationaal Park De Hoge Veluwe. Het park is 5.500 ha groot en heeft drie verschillende ingangen: bij Schaarsbergen, Hoenderloo en Otterlo. In het midden ligt het Museonder, een bezoekerscentrum met informatie over de flora en fauna van het gebied. Voor kunstliefhebbers is het Kröller-Möller museum een absolute must. Vogels en zoogdieren zijn er in overvloed en achter de speciale kijkschermen heb je zicht op voederplaatsen van edelherten, reeën en wilde zwijnen. Op de gratis parkfietsen kun je de Veluwe doorkruisen, op zoek naar stilte, ruimte en rust.
Op en boven de grond op de Hoge Veluwe is genoeg te beleven om je aandacht voortdurend op te slokken. Toch is het ook de moeite waard om even bij de vele vennen en poelen stil te blijven staan. Naast de algemeen voorkomende juffers en libellen die daar meestal in groten getale over het water scheren, heb je ook kans om de noordse witsnuitlibel, venwitsnuitlibel of een glassnijder te ontmoeten.
In het voorjaar zijn tussen de tientallen blauw gekleurde watersnuffels, ook maanwaterjuffers aan te treffen. Beide soorten vliegen op dezelfde kenmerkende manier in een rechte lijn over het water. Na enige oefening zijn de donker gekleurde maanwaterjuffers goed te vinden tussen de watersnuffels.