grote keizerlibel Anax imperator

Zeer grote en opvallende libel.
Familie
glazenmakers (Aeshnidae)
Onderfamilie
Aeshninae
Genus
Anax
Onderorde
echte libellen - Anisoptera
Zeldzaamheid

Zeer algemeen

Rode Lijst
thans niet bedreigd

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken

64-84 mm. Grootste vertegenwoordiger van de glazenmakerfamilie. Borststuk vrijwel eenkleurig groen. Tekening op voorhoofd bestaande uit zwart vijfhoekje en zwarte streep, met daartussen een blauwe lijn. Mannetje: achterlijf hemelsblauw met zwarte lengtestreep. Ogen groen met blauwe tint. Vrouwtje: achterlijf groen (soms flets blauw), met brede donkerbruine lengtestreep. Bij jonge vrouwtjes kan de groene kleur op borststuk en achterlijf bruinig worden. Ogen groen, vaak met bruine tint. Vleugels vaak met een lichte bruine beroking, zichtbaar in zowel de basale helft als de tophelft van de vleugels. Pas uitgeslopen dieren (mannetjes en vrouwtjes) hebben een gelig achterlijf.

Zijkant van het achterlijf met twee randen. Mannetje: bovenste achterlijfsaanhangsels met afgeronde top, zonder doorntje. Onderste achterlijfsaanhangsel vierkant en relatief groot.

Gelijkende soorten

Gelijkende soorten:

Zuidelijke keizerlibel, groene glazenmaker, zuidelijke glazenmaker, eventueel zadellibel.

Meer over gelijkende soorten:

Mannetjes zuidelijke keizerlibel en zadellibel hebben meestal geen blauw, maar een zandkleurig, bruin of grijs achterlijf. Ze hebben zij een sterk contrasterend blauw ‘zadel’, wat bij grote keizerlibel ontbreekt. Het borststuk van zuidelijke keizerlibel en zadellibel kan verschillende kleuren hebben, maar is nooit geheel grasgroen zoals bij de grote keizerlibel.
Vrouwtjes grote en zuidelijke keizerlibel zijn variabel gekleurd en lijken soms sterk op elkaar. Het borststuk van grote keizerlibel is doorgaans groener. Aan het begin van het achterlijf hebben zuidelijke keizerlibellen een gele ring, die bij grote keizerlibellen alleen aanwezig is bij jonge dieren.
Vrouwtjes zadellibel hebben vaak geen duidelijk blauw zadel, maar verschillen dan van grote keizerlibel door het oranjebruine achterlijf en het bruingele borststuk.
De drie soorten hebben verder detailverschillen in de koptekening en de vorm van de achterlijfsaanhangselen. Vrouwtjes zuidelijke keizerlibel hebben bovendien twee kleine doorntjes achter de ogen.
Tot slot lijkt ook de groene glazenmaker op de grote keizerlibel. Groene glazenmakers hebben echter een mozaïektekening van vlekjes op het achterlijf, in plaats van een doorlopende zwarte streep. Bovendien is het borststuk van groene glazenmakers aan de bovenkant bruin met twee brede groene schouderstrepen, in plaats van geheel groen.

zuidelijke glazenmaker
Aeshna affinis
Aeshnidae: Aeshninae

groene glazenmaker
Aeshna viridis
Aeshnidae: Aeshninae

zadellibel
Anax ephippiger
Aeshnidae: Aeshninae

zuidelijke keizerlibel
Anax parthenope
Aeshnidae: Aeshninae

Uiterlijk van de larve

Lengte: 45-59 mm.
Groot tot zeer groot met een lang, halsvormig ingesnoerd prementum en ovaal vormige ogen met licht gebogen achterrand. Onder vergroting is te zien dat labiale palp gehoekt is aan de top. De vrouwtjes hebben een relatief lange en smalle ovipositor en de mannen een relatief lange mannelijke projectie (knobbel op de epiproct).

Verwarring met andere larven

De grote keizerlibel lijkt sterk op de zuidelijke keizerlibel. De verschillen zitten hem met name in de geslachtskenmerken. Ovipositor bij zuidelijke keizerlibel is korter en breder. De mannelijke projectie is bij de zuidelijke keizerlibel redelijk kort.

Levenscyclus

De larven overwinteren een of twee keer. De larven die een tweede winter doorbrengen doen dit als volgroeide larve, waardoor ze al in mei in een korte periode kunnen uitsluipen. De larven die na een winter al uitsluipen doen dit later en verspreid over een langere periode: juni tot en met eind augustus.

De larvenhuidjes zijn tot circa anderhalve meter hoog in de overvegetatie te vinden.
Leefomgeving van de larve

Jonge larven leven tussen ondergedoken waterplanten, dicht bij het wateroppervlak. Oudere larven kunnen ook op ander plaatsen in ondiep water worden aangetroffen.

Habitat

Plassen, poelen, vennen, vijvers, sloten en langzaam stromende wateren.

Biotoop

De grote keizerlibel komt voor bij allerlei watertypen – vaak grotere plassen of vijvers, maar voortplanting vindt ook plaats bij kleinere plasjes, vennen, (stromende) sloten en kanalen. De soort is veel te vinden bij plassen met een voedselrijk, basisch of lemig karakter. Voortplanting in zure vennen gebeurt incidenteel. Voor de geschiktheid van een biotoop lijkt bepalend dat het water relatief snel opwarmt en voldoende ruimte biedt voor de vrij grote territoria van de mannetjes (Peters 1994, Schorr 1990).

Overgenomen (met toestemming) uit:

 

Vliegtijd en gedrag

Van half mei tot en met eind oktober, grootste aantallen van half juni tot eind augustus. Mannetjes patrouilleren langdurig boven water en oever, waarbij ze hun achterlijf kenmerkend licht gebogen houden. Andere grote libellen worden verjaagd. Net als andere glazenmakers maken grote keizerlibellen lange jachtvluchten op beschutte plaatsen, zoals bosranden, heidevelden, enz. Soms worden daarbij grote prooien gegrepen, waaronder vlinders en andere libellen. In tegenstelling tot andere keizerlibellen zet het vrouwtje solitair de eitjes af, meestal in drijvend plantenmateriaal. Vaak gebeurt dit aan het einde van de middag.

Mobiliteit

Zeer mobiele soort, die nieuwe leefgebieden snel weet te bereiken.

In Nederland
Ja
Regionaal

In heel Nederland. Schaars in de open zeekleigebieden van Noord-Holland, Friesland en Groningen.

Europa

In Scandinavië alleen in het uiterste zuiden. Verder heel Europa.

Mondiaal

Buiten Europa ook in westelijk Azië en het hele Afrikaanse continent.

Zeldzaamheid

Zeer algemeen, maar schaars in de open zeekleigebieden van Groningen en Friesland.
 

Trends

Matige toename in de periode 1999-2006.

Verspreiding in Nederland in vier perioden
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - 2015
Engelse naam
Blue Emperor, Emperor Dragonfly
Duitse naam
Grosse Köningslibelle
Franse naam
Anax empereur
Toelichting wetenschappelijke naam

(Gr.) anax=heerser
(L.) imperator=keizer, meester

Auteursnaam en jaartal
Leach, 1815

Actualiteiten

Ontdek meer

Tijdschriften

Projecten

  • Meetnet Libellen Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit · maart 2017

Soorten uit dezelfde familie glazenmakers (Aeshnidae)

vroege glazenmaker
Aeshna isoceles

zadellibel
Anax ephippiger

zuidelijke glazenmaker
Aeshna affinis

glassnijder
Brachytron pratense

groene glazenmaker
Aeshna viridis

paardenbijter
Aeshna mixta

alle soorten uit deze familie