De laatste waarneming van deze soort dateert uit 1955 in Apeldoorn.
Voorvleugellengte: 13-16mm. Het kleine formaat en de overwegend witte kleur zijn kenmerkend voor deze spikkelspanner. Vooral op de voorvleugel bevindt zich een opvallende zwarte middenstip. De gestippelde buitenste dwarslijn maakt een hoek bij de voorrand en bij de binnenrand en eindigt bij de binnenrand en voorrand vaak in een duidelijke zwarte vlek. Witte exemplaren zijn fijn zwart bestoven, maar soms komen ook volledig bruinachtige exemplaren voor.
24 - 27 mm. Lijf helder bleekgroen met rijen zwarte vlekken over rug en flanken en een bleekgroene kop met zwarte tekening.
Ter Haar: de Rups is geelgroen met een zwarte vlek op iedere insnijding van de ring.
24 - 27 mm. Lijf helder bleekgroen met rijen zwarte vlekken over rug en flanken en een bleekgroene kop met zwarte tekening.
In het buitenland: eind juni-eind augustus in één generatie.
Rups: eind augustus-begin juni. De rups overwintert tussen het baardmos en komt in maart weer tevoorschijn. De verpopping vindt plaats in een licht spinsel tussen het mos.
Vooral baardmos; mogelijk ook andere (korst)mossen op dennenbomen.
De laatste waarneming van deze soort dateert uit 1955 in Apeldoorn.
Deze soort komt niet in België voor.
Verbreid over Midden-Europa (behalve België), Zuid- en Midden-Skandinavië, Rusland en Noord-Italië.
Van Spanje en Frankrijk via West- en Midden-Europa naar het oosten tot het Amoergebied en tot Japan. In het zuiden reikt de verspreiding tot het noordelijke Middellandse Zeegebied en de Balkan en in het noorden tot Midden-Scandinavië.
De spikkelspanners hebben een grijze tot grijsbruine grondkleur met veel golvende dwarslijnen en veelal besprenkeld met donkerder spikkels.
Baardmos is de waardplant van deze soort; in de Duitse naam is Bartflechten opgenomen. Zie ook 'de toelichting op de wetenschappelijke naam'.
Alcis: Alcis is een dochter van Aegyptus, zij had 50 broers (zie ook Aphantopus hyperantus).
jubata: jubatus is met manen (van een paard), een kuif, een pluim; heeft mogelijk betrekking op een klein dubbel pluimpje op de thorax. De naam kan ook doelen op de waardplant baardmos dat met manen aan de ondergrond hangt.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
drievlekdwergspanner
Eupithecia trisignaria
dwarsbanddwergspanner
Eupithecia subumbrata
bruine heispanner
Selidosema brunnearia
schermbloemdwergspanner
Eupithecia tripunctaria
tweevlekspanner
Lomographa bimaculata
vroege walstrospanner
Colostygia multistrigaria