Eind mei-eind juli in één generatie. De vlinders worden af en toe opgejaagd van de waardplant en worden in de schemering ook vliegend waargenomen. Ze komen op licht, vrijwel altijd in kleine aantallen.
Rups: april-juni. De rups verpopt zich in een cocon tussen de bladeren van de waardplant. De soort overwintert als ei op de waardplant.
V-Moth
Vauzeichen-Eckflügelspanner
le Damas cendré
Itama wauaria, Itame wauaria, Semiothisa wauaria, Thamnonoma wauaria, Halia wauaria, Halia wavaria, Thamnonoma wavaria
Zwarte-w-vlinder is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw).
Zie ook 'toelichting wetenschappelijke naam'.
wauaria: vau is het woord voor de letter 'v'; wau kan worden opgevat als de letter 'w' die ontstaat als de twee v's dicht bij elkaar komen.
(Linnaeus, 1758)
Voorvleugellengte: 14-17 mm. Op beide voorvleugels bevindt zich een duidelijke zwarte V, die in rusthouding van de vleugels samen grofweg een W vormen. Op de lichtgrijze voorvleugel zijn nog drie opvallende vlekken te zien langs de voorrand. De tekening en de intensiteit van de grondkleur kunnen variëren: soms met een violette tint en heel soms bruingrijs of zwartbruin.
Tot 25 mm; lichaam groen of bruin met opvallende zwarte vlekken; over de rug vier witte of geelachtig witte, golvende lengtestrepen en een brede gele lengtestreep over de zwarte spiracula; kop groen of bruin met zwarte stipjes.
Vrij algemeen. Komt vooral voor op de zandgronden in het binnenland en lokaal in de duinen. RL: kwetsbaar.
Vrij zeldzaam in het hele land; lokaal soms vrij algemeen.
De soort staat als Bedreigd op de Rode Lijst van Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
Marokko, Spanje, Frankrijk en van de Britse eilanden via de gematigde zone tot het Amoergebied en Kamtsjatka; in het zuiden het Middellandse Zeegebied, Klein-Azië, westelijk Centraal-Azië; in het noorden tot Lapland en ook in Labrador.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Vooral (volks)tuinen waar aalbes is aangeplant.
Bessenstruiken; ook aanverwante sierstruiken zoals rode ribes.
Blijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
boterbloempje
Pseudopanthera macularia
moeraswalstrospanner
Orthonama vittata
najaarsboomspanner
Alsophila aceraria
rode dennenspanner
Hylaea fasciaria
herfstbremspanner
Chesias legatella
sleedoorndwergspanner
Pasiphila chloerata