iepenpage Satyrium w-album

Familie

blauwtjes (LYCAENIDAE)

Zeldzaamheid

Tot voor kort leek dit een uiterst zeldzame standvlinder. Nieuw onderzoek heeft echter duidelijk gemaakt dat de soort hoogstwaarschijnlijk al die tijd over het hoofd gezien is. In Zuid-Limburg komt hij voor op tientallen plekken, en ook daarbuiten is hij gevonden in de Achterhoek, Noord-Brabant (vooral veel in Eindhoven), Gelderland en zelfs in Amsterdam en Flevoland. Het is niet ondenkbaar dat er nog meer nieuwe locaties zullen worden gevonden.

Rode lijst

thans niet bedreigd

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Begin juni-eind juli in één generatie. De vlinders voeden zich vooral met honingdauw en boomsappen; soms met nectar van diverse kruiden en braam. Ze hebben een nogal verborgen leefwijze en zijn daardoor moeilijk waar te nemen.

Levenscyclus

Rups: half maart-begin juli. Jonge rupsen eten het binnenste van de bloemknoppen van de waardplant, grotere rupsen leven op of onder de bladeren. De verpopping vindt meestal plaats aan de onderkant van een eindstandig blad, soms aan een bladstengel of een takje. Doordat rupsen en poppen donker afsteken tegen de bladeren, kunnen ze worden gevonden door in mei met tegenlicht de bladeren af te turen. De soort overwintert als ei bij de eindknoppen in de boomkruin van de waardplant.

ei-afzet
Het eitje wordt meestal afgezet op de eindknoppen en de overgang van nieuw naar eenjarig hout in de kruin van de boom, minder vaak op een bloemknop of een knopoksel. Het eitje overwintert. Zodra de iep begint te bloeien - meestal al in maart - komen het eitje uit.

rups en verpopping
De rups eet aanvankelijk het binnenste van de bloemknoppen, maar later ook de zaden en de bladeren. Bij elke vervelling verandert zijn kleur en hij volgt daarbij de veranderende kleuren van de bladeren. Oudere rupsen leven op of onder de bladeren, vaak nabij de hoofdnerf. De pop zit meestal aan de onderkant van een eindstandig blad, soms aan bladstengels of takjes. Doordat ze donker afsteken, worden rupsen en poppen wel eens gevonden door in mei met tegenlicht de bladeren af te turen.

vlinders
Het aantal vlinders op de vliegplaatsen is hoog tot zeer hoog, circa 16 tot 260 individuen per hectare. Vlinders zijn echter bijzonder lastig te vinden want ze leven vooral hoog in de boomkruin. Ze voeden zich voornamelijk met honingdauw, maar ´s ochtends en in de vroege avond komen ze wel eens naar beneden en worden dan gezien op bloemen of op vochtige delen van zandwegen. In Nederland is de soort slechts eenmaal nectardrinkend waargenomen (op een braam), in België is hij vaker drinkend gezien bijvoorbeeld op akkerdistel, koninginnenkruid, fluitekruid en braam.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

White-letter Hairstreak

Duitse naam

Ulmenzipfelfalter

Franse naam

Le W-Blanc, Thécla W-blanc

Oud Nederlandse naam

letterpage, w-page

Synoniemen

Thecla w-album, Strymon w-album, Strymonidia w-album, Nordmannia w-album

Meer

Toelichting wetenschappelijke naam

Satyrium: saturos is een sater, een mythologische figuur die te maken heeft met de verering van Baccus, in de kunst vaak afgebeeld met de hoorns en de staart van een geit. De saters leefden zich uit in wellustige dansen met de nimfen en deze dansen worden in verband gebracht met de vliegwijze van de vlinders.
w-album: w-album slaat op de witte (albus) streep in W-vorm op de onderkant van de achtervleugel.

Auteursnaam en jaartal

(Knoch, 1782)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: circa 16 mm. De bovenkant van de vleugels is donkerbruin; bij het iets grotere vrouwtje is de bruine kleur een tintje lichter dan bij het mannetje. Op de onderkant van de achtervleugel vormt de witte lijn bij de binnenrandhoek een duidelijke W met steile zijkanten. De oranje vlekken langs de achterrand zijn groot en hebben de vorm van halve manen. Ze zijn zwart gerand. De achtervleugel heeft een klein staartje; bij het staartje bevinden zich een of twee blauwe vlekjes.

Kenmerken rups

Tot 15 mm; lichaam vrij gedrongen en breed, versmald naar de uiteinden en naar de randen afgeplat; geelachtig groen met over het midden van de rug een donkergroene lengtestreep, met aan weerszijden een aantal donkergroene en bleek geelachtig witte diagonale strepen; sommige exemplaren hebben langs de rug en op de flanken een roze tekening; kop klein, donkerbruin en voor een deel in het lichaam teruggetrokken.

Gelijkende soorten vlinder

Zie de pruimenpage.

Gelijkende soorten vlinder

Bescherming

Wet natuurbescherming

Deze vlinder is beschermd in het kader van de Wet natuurbescherming.

Concrete bedreiging

De iepenpage was altijd al zeldzaam en werd maar weinig gezien, soms werden jaren geen vlinders gevonden. Ongetwijfeld heeft de soort last gehad van de iepenziekte, waardoor op grote schaal iepen gekapt werden. Maar ook nu worden de meeste iepenpages alleen gevonden bij het gericht afzoeken van geschikte bomen, het aantal 'toevallige' waarnemingen op bloemen is nog steeds laag. In het verleden zal de soort dan ook vaak gemist zijn. De uitbreiding van de laatste twintig jaar is vermoedelijk wel reëel, 

 

Aanbevolen beheersmaatregel

Voor het behoud van de iepenpage is het belangrijk dat er voldoende grote, bloeiende en vruchtdragende iepen zijn. Op plaatsen waar de soort nu voorkomt, waaronder veel stadsparken, moeten voldoende volwassen iepen aanwezig blijven. Indien daar een stervende boom wordt gekapt moeten de opslag en kiemplanten door kunnen groeien. Uiteraard is het wenselijk dat op die plaatsen het aantal iepen wordt uitgebreid. 

Toekomst
De terugkeer van de iepenpage is spectaculair, verwacht mag worden dat hij op steeds meer plekken zal gaan opduiken.

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Iepen in (vochtige) bossen, bosranden, parken en grotere tuinen.

De iepenpage heeft geen groot leefgebied nodig en kan al voorkomen op plaatsen waar enkele iepen bij elkaar staan. Er zijn populaties bekend die slechts één boom ter beschikking hebben. De vlinder leeft vooral bij bloeiende en vruchtdragende bomen of op relatief jonge iepen. Geschikte bomen worden doorgaans gevonden in (vochtige) bossen, bosranden, parken en grotere tuinen.

Planten

Waardplanten zijn diverse soorten iep, zoals gladde iep, ruwe iep en sommige cultivars.

Waardplant

Iep
Ulmus

Tijdschriften

Projecten

Soorten uit dezelfde familie blauwtjes (LYCAENIDAE)

Alle soorten uit deze familie