Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor; veel waarnemingen komen uit de duinen. RL: niet bedreigd.
Voorvleugellengte: 15-18 mm. In rust wordt de achtervleugel helemaal onder de voorvleugel geschoven en is de binnenrand van de achtervleugel omhoog gekruld. De relatief smalle middenband is gewoonlijk niet donkerder dan de rest van de voorvleugel, zodat het eerder lijkt alsof er twee donkerbruine parallelle V-vormige dwarslijnen over de strogele vleugel lopen; verder is er weinig tekening. De golflijn is vaak slechts zichtbaar als een serie min of meer losliggende bruine pijlvormige vlekjes. De franje is egaal bruin en wordt net als de achterrand van de voorvleugel in de richting van het donkere streepje in de vleugelpunt iets donkerder.
De bessentakvlinder (Eulithis mellinata) heeft een geblokte franje en is contrastrijker getekend; de binnen- en de buitenzijde van de middenband lopen niet evenwijdig en het uitsteeksel aan de buitenzijde vertoont een kromming in de richting van de voorrand.
bessentakvlinder
Eulithis mellinata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
Blauwrandspanner (Plemyria rubiginata), lichte blokspanner (Lobophora halterata) en kleine blokspanner (Pterapherapteryx sexalata).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
blauwrandspanner
Plemyria rubiginata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
lichte blokspanner
Lobophora halterata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
kleine blokspanner
Pterapherapteryx sexalata
GEOMETRIDAE: Larentiinae
Begin juni-eind juli in één generatie. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen op licht. Ze kunnen overdag worden opgejaagd uit dichte vegetatie.
Rups: april-juni. De rups verpopt zich in de strooisellaag. De soort overwintert als ei.
Diverse soorten walstro.
Tuinen, struwelen, slootkanten, wegbermen, brede bospaden, bosranden, duinen en ruige graslanden.
Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor; veel waarnemingen komen uit de duinen. RL: niet bedreigd.
Vrij algemeen in het hele land.
Spanje, Frankrijk, de Britse eilanden, Midden-Europa naar het oosten tot Mongolië en het Amoergebied; in het noorden bijna tot de poolcirkel, in het zuiden: Italië, de Balkanlanden, Klein-Azië tot de Kaukasus.
De wetenschappelijke Genusnaam wijst op een 'mooie steen' (zie toelichting wetenschappelijke naam); agaat is zo'n mooie steen.
Deze agaatspanner is licht geel van kleur.
Eulithis: eulithos is gemaakt van mooie steen; de vlinders zien er aantrekkelijk uit, veelal met geelachtige grondkleur die aan zandsteen doet denken.
pyraliata: pyralis is de schrijwijze waarmee de Pyraliden werden aangeduid. Er is duidelijke gelijkenis maar de uitgang -ata geeft aan dat de auteurs wel degelijk een spanner bedoelden.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
kornoeljespanner
Asthena anseraria
novemberspanner
Epirrita autumnata
lindeknotsvlinder
Plagodis dolabraria
oranje bruinbandspanner
Cidaria fulvata
bruine bosrankspanner
Horisme vitalbata
spardwergspanner
Eupithecia abietaria