Mesapamea/Apamea

De volgende soorten lijken sterk op elkaar:

Zowel de halmrupsvlinder (M. secalis) als het weidehalmuiltje (M. secalella, voorheen M. didyma) lijken in de donkere vorm secalina zeer sterk op de rietgrasuil (A. unanimis) en de zeldzame tweekleurige grasuil (A. illyria). Toch zijn er enkele duidelijke en constante verschillen waarmee de taxa uit elkaar kunnen worden gehouden:

Weidehalmuiltje en halmrupsvlinder

Mesapamea secalis en secalella, vorm secalina

 

Onderstaande kenmerken gelden zowel voor het hierboven afgebeelde weidehalmuiltje (M. secalella) als voor de niet afgebeelde halmrupsvlinder (M. secalis):

  • de achterrand van beide vleugels is zowel bij de halmrupsvlinder (M. secalis) als bij het weidehalmuiltje (M. secalella) onregelmatig gekarteld
  • bij de donkere vormen van de halmrupsvlinder (M. secalis) en het weidehalmuiltje (M. secalella) is de franje niet geblokt
  • de voorrand van de voorvleugel is bij de halmrupsvlinder (M. secalis) en het weidehalmuiltje (M. secalella) vrijwel tot de vleugelpunt recht
  • het meest constante en betrouwbare kenmerk bevindt zich op de achtervleugels: bij de halmrupsvlinder (M. secalis) en het weidehalmuiltje (M. secalella) is de middenstip op de achtervleugel klein en vaag (soms zelfs afwezig)
  • bij de halmrupsvlinder (M. secalis) en het weidehalmuiltje (M. secalella) zijn de stippen langs de achterrand nauwelijks te zien.
Mesapamea secalella, vorm secalina Mesapamea secalella, vorm secalina

Rietgrasuil

Apamea unanimis

Apamea unanimis, donkere vorm Apamea unanimis, donkere vorm
  • de achterrand van beide vleugels is bij de rietgrasuil (A. unanimis) en de tweekleurige grasuil (A. illyria) regelmatig of zeer flauw golvend
  • bij de rietgrasuil (A. unanimis) en de tweekleurige grasuil (A. illyria) is de franje geblokt
  • de voorrand van de voorvleugel is bij de rietgrasuil (A. unanimis) en de tweekleurige grasuil (A. illyria) al halverwege de vleugel gebogen
  • het meest constante en betrouwbare kenmerk bevindt zich op de achtervleugels: bij de rietgrasuil (A. unanimis) is de middenstip op de achtervleugel altijd aanwezig en groot
  • bij de rietgrasuil (A. unanimis) zijn de stippen langs de achterrand iets kleiner dan bij de tweekleurige grasuil (A. illyria) en niet verbonden met elkaar.

Tweekleurige grasuil

Apamea illyria

Apamea illyria Apamea illyria
  • de achterrand van beide vleugels is bij de rietgrasuil (A. unanimis) en de tweekleurige grasuil (A. illyria) regelmatig of zeer flauw golvend
  • bij de rietgrasuil (A. unanimis) en de tweekleurige grasuil (A. illyria) is de franje geblokt
  • de voorrand van de voorvleugel is bij de rietgrasuil (A. unanimis) en de tweekleurige grasuil (A. illyria) al halverwege de vleugel gebogen
  • het meest constante en betrouwbare kenmerk bevindt zich op de achtervleugels: bij de tweekleurige grasuil (A. illyria) is de middenstip op de achtervleugel aanwezig als een dunne streep
  • het middenveld is bij de tweekleurige grasuil (A. illyria) altijd donker, de lichte uilvlekken steken daarbij goed af
  • bij de tweekleurige grasuil (A. illyria) zijn de stippen langs de achterrand duidelijk en vrij groot

Bij lichte vormen gelden andere kenmerken!

Bij lichte vormen gaan niet alle genoemde kenmerken om de soorten van elkaar te onderscheiden op. Zowel bij de vorm i-niger van het weidehalmuiltje (M. secalella) en de lichte vorm van de rietgrasuil (A. unanimis) is de franje geblokt!

Mesapamea secalella, vorm i-niger Mesapamea secalella, vorm i-niger

Mesapamea secalella, vorm i-niger.

Apamea unanimis, lichte vorm Apamea unanimis, lichte vorm

Apamea unanimis, lichte vorm.