Uw telpunt

Het telpunt: een vaste plek

De plaats waar het telpunt komt, bepaalt u zelf. Als de locatie eenmaal gekozen is, ligt het telpunt vast. De val dient altijd op dezelfde plek neergezet te worden binnen een denkbeeldig vierkant van 2x2 meter. Wil u het telpunt verplaatsen buiten dat denkbeeldige vierkant, dan wordt het een nieuw telpunt.

Kies voor het telpunt een plaats die handig is voor langdurig monitoren. Hierdoor houdt u het tellen langer vol. De tuin is een prima plek met als voordeel dat elektriciteit bij de hand is. Bij tellen in natuurgebieden zal een aggregaat gebruikt moeten worden, of moet een andere oplossing voor de stroomvoorziening worden gezocht. Een alternatief hiervoor is het gebruiken van een accu. Het nadeel van een accu is dat de spanningsduur afneemt. Ter controle is het van belang dat de lamp nog brandt bij aankomst. Dan is gegarandeerd dat de lamp de hele nacht heeft gebrand. Als u de val op een plek wilt neerzetten die niet in eigendom is van uzelf, vraag dan toestemming aan de eigenaar van het gebied. Als u in een natuurgebied gaat staan, is een vergunning nodig. Via de verspreidingsatlas kunt u van veel natuurgebieden de beheerder en zijn/haar contactgegevens vinden.

Belangrijk bij het kiezen van een plek

  • Houd rekening met buren en informeer of zij er last van hebben.
  • Zet de val een stukje van de grond 0,3 - 1,0 meter hoog, bijvoorbeeld op een tafel, zodat de kans op predatie door bijvoorbeeld mieren, spinnen en egels minimaal wordt. 
  • Indien de val op de grond wordt geplaatst zorg er dan voor dat er zo min mogelijk vegetatie direct rond de val staat. Hier kunnen de nachtvlinders namelijk onder kruipen en dan ziet u ze niet meer. Dit kan opgelost worden door bijvoorbeeld een wit laken onder de val te leggen. Als u dit doet, moet u het wel elke keer doen, zodat de tellingen allemaal op dezelfde manier zijn verzameld.
  • Houd rekening met huisdieren in de tuin en grazend vee in een natuurgebied. In het laatste geval kan in overleg met de beheerder tijdelijk een elektrisch hek om de val worden geplaatst.
  • Meer telpunten bij elkaar in de buurt is mogelijk. Maak dan wel voor elke val een nieuw meetpunt aan. Plaats de vallen in een open omgeving minstens 100 meter uit elkaar en in een bosrijke omgeving, of bij een bomenrij minstens 60 meter uit elkaar.

Het telpunt doorgeven

Nadat u een telpunt heeft uitgekozen, geeft u dat door via het invoerportaal. Op het moment van schrijven van deze handleiding wordt gewerkt aan het onderbrengen van het nachtvlindermeetnet in het invoerportaal voor de dagvlinders en de libellen. Zolang dit nog niet werkt, kunt u invoeren via nachtvlinders.meetnetportaal.nl. U geeft uw telpunt een naam. De plaats wordt exact aangegeven op de kaart in het invoerportaal.

Omgeving

U beschrijft de omgeving door in het keuzemenu aan te geven welk begroeiingstype het best bij uw telpunt past. Tevens geeft u het type val en de gebruikte lamp door en andere zaken die vanaf dat moment voor alle tellingen gelden.

Foto’s

U maakt tussen mei en september een foto van de opstelling op locatie en vier foto’s staand op het telpunt in de verschillende windrichtingen noord, oost, zuid en west. Deze foto’s kunt u uploaden in het invoerportaal. Dit is in principe eenmalig, maar foto’s van verschillende momenten zijn ook welkom. Zeker bij grote wijzigingen in de directe omgeving van het telpunt zijn nieuwe foto’s gewenst.

Ga verder naar

Het tellen