Nieuwsbericht

Op zoek naar meidoornspanners

zaterdag 25 februari 2017

In januari en februari denken nog niet veel mensen aan nachtvlinders, maar de eerste soorten zijn toch al actief! Naast de winteruilen en voorjaarsspanners hebben ook de meidoornspanners alweer gevlogen. Met erg veel geluk kan je nu nog zijn zeldzamere broertje de late meidoornspanner aantreffen.

De meidoornspanner komt verspreid door het land voor. In 2011 is pas de eerste waarneming gedaan in Zeeland. Dit jaar is er zelfs al één gevonden in Glimmen (provincie Groningen). Dit is de noordelijkste waarneming van deze soort tot nu toe. De rupsen leven van meidoorn en sleedoorn. De vrouwtjes van deze soort zijn vleugelloos, net als bij veel andere late najaarssoorten en vroege voorjaarssoorten zoals de voorjaarsspanners, najaarsspanner en wintervlinders. Om de vlinders aan te treffen werkt het niet om met een lichtopstelling de vlinders te lokken, want daar komen ze erg slecht op af. De vlinders komen ook niet op zogenoemd smeer af. Om de soort te vinden moet je met een zaklamp langs meidoorn- en sleedoornstruwelen zoeken in de hoop dat je toevallig een vlinder ziet zitten. Als je geluk hebt kan je ook een langs vliegend mannetje waarnemen. Een kwestie van gericht en goed zoeken dus.

Momenteel is de vliegtijd van de meidoornspanner op het einde, maar het nog zeldzamere broertje, de late meidoornspanner, kan je nu nog wel aantreffen. Deze soort lijkt op de “gewone” meidoornspanner maar de mannetjes hebben vaak een contrasterende middenband die naar de binnenkant toe smaller wordt en de bovenste centrale dwarslijn is minder vloeiend. Omdat er nog niet veel mensen actief zijn en ze niet op licht afkomen zijn beide soorten relatief lastig te vinden. Een goede manier om de soort ergens aan te treffen is door te zoeken naar de rupsen van beide soorten. De rupsen leven in mei-juni. De rupsen van de meidoornspanner hebben een voorkeur voor jonge sleedoorns en de late meidoornspanner tref je vooral aan op oudere hagen van sleedoorn gemengd met meidoorn die onder de korstmossen zitten. Door een paraplu ondersteboven onder een struik te houden en vervolgens op de struik te “kloppen” laten de rupsen zich vallen in de paraplu.

Is de late meidoornspanner echt zeldzamer dan de gewone meidoornspanner? Of zoeken er niet veel mensen met een zaklamp langs meidoornhagen in deze tijd van het jaar? Daar kunnen we natuurlijk verandering in brengen! Weet u een meidoorn/sleedoornhaag te staan? Ga dan deze week eens tijdens een avond wanneer de temperatuur boven de vijf graden is eens met een zaklamp zoeken en geef de waarneming door op Telmee of Waarneming!

LateMeidoornspanner Meidoornspanner waarnemingen