Nieuwsbericht

Let op de sprietknoppen

woensdag 30 juni 2010

De zomer is nu echt losgebarsten. Dat betekent dat het ook weer tijd wordt voor de sprietdikkopjes. Ondanks alle boeken merken we dat er toch nog erg veel fouten gemaakt worden. Daarom weer even een korte opfriscursus.

Geelsprietdikkopje
Ooit een gewone soort, die tot in de jaren tachtig van de vorige eeuw nog wijdverbreid en talrijk was. Daarna ging het snel bergafwaarts en inmiddels is hij ronduit zeldzaam. Hij wordt alleen nog met zekerheid gemeld van wat plekken op de Veluwe en langs de oostgrens van ons land. Daarbuiten zijn nog maar enkele locaties over. U herkent hem aan de gele of oranje onderkant van de sprietknoppen (zie foto).

Zwartsprietdikkopje
Die was honderd jaar geleden nog minder algemeen dan het geelsprietdikkopje, maar is op dit moment verreweg het talrijkste sprietdikkopje. Maar let op: hij vliegt wat later dan geelspriet en groot dikkopje, en dit jaar verwachten we hem pas in juli echt massaal. De onderkant van de sprietknop is zwart, al komt ook de kleur oranje voor op die sprietknoppen. Daarom wordt hij soms ten onrechte als geelsprietdikkopje gedetermineerd.

Groot dikkopje
“Dat is toch geen sprietdikkopje?”, zult u nu zeggen. Maar toch worden grote dikkopjes vaak fout benoemd. Sommige mensen zijn zo gefocust op de onderkant van de sprietknoppen (die inderdaad vaak geel is), dat ze vergeten om naar de rest van de sprietknop en de vleugels te kijken. De sprietknoppen hebben namelijk een haakje, die de andere twee soorten niet hebben. En op de vleugels staan meer of minder duidelijke lichte vlekken. En natuurlijk is hij ook wat groter, maar dat is in het veld niet zo’n goed kenmerk.

Veel meer voorbeeldfoto’s kunt u vinden op vlindernet:
Geelsprietdikkopje, zwartsprietdikkopje en groot dikkopje

Wat betekent dit voor uw waarnemingen?
Het geelsprietdikkopje is inmiddels zo zeldzaam geworden en wordt zo vaak fout benoemd, dat de validatoren van landkaartje, telmee.nl en waarneming.nl alleen nog waarnemingen zullen goedkeuren die vergezeld gaan van een foto of van locaties waarvan de afgelopen jaren met fotomateriaal is aangetoond dat de soort er voorkomt. Als u geen foto heeft, zal de waarneming ‘de wachtkamer ingaan’. Als u of iemand anders een paar dagen later alsnog foto’s van de sprietdikkopjes van een plek indient die zekerheid verschaffen, zullen de waarnemingen in de wachtkamer opnieuw bekeken worden. Alleen zo kunnen we de echte verspreiding van het geelsprietdikkopje goed documenteren. We hopen dat u hier begrip voor heeft.