maandag 4 februari 2019
De duinen zijn onovertroffen veelzijdig. Het is het rijkste ecosysteem van ons land. Het boek ‘Bloeiende duinen’, dat 2 maart op de Landelijke Vlinderdag verschijnt, neemt lezers mee op reis langs de Nederlandse kust. Elke duinplant heeft verrassende relaties met andere soortgroepen zoals vlinders, grazers en paddenstoelen. Het boek bevat opmerkelijke onderzoeksresultaten en herstelprojecten.
Chris van Swaaij en Michiel Wallis de Vries van De Vlinderstichting beschrijven in het boek ‘Bloeiende duinen’ met welke soorten het goed gaat en waar de schoen wringt. Waar we tegewoordig veel koevinkjes zien ronddartelen, zijn kleine parelmoervlinders vaak verdwenen. In de Zuid-Hollandse duinen, waar struweel toch al veel meer voorkomt, rukt na het koevinkje ook het oranje zandoogje op. Maar soorten van open duin gaan nog steeds dramatisch achteruit. Op de Wadden zijn de duinen van oudsher dynamischer en lijken de duinsoorten zich beter te handhaven. Toch laat ook de grote parelmoervlinder daar wel een sterke achteruitgang zien.
Hoe het met duinvlinders gaat, wordt inzichtelijk bij twee groepen: de ‘echte’ duinvlinders en de ‘struweelvlinders’. De duinvlinders zijn onder andere duinparelmoervlinder, kleine parelmoervlinder en kommavlinder. De struweelvlinders houden juist van bomen en struiken. Denk aan vlinders als bont zandoogje en het koevinkje. In de grafiek zijn voor de duinvlinders naast de genoemde ook de volgende soorten meegenomen: aardbeivlinder, bruin blauwtje, groentje, grote parelmoervlinder en heivlinder. Bij de struweelvlinders gaat het ook om boomblauwtje, citroenvlinder, eikenpage, groot dikkopje, groot koolwitje, klein geaderd witje en oranjetipje.
Vanaf begin jaren '90 is er een flinke daling van het aantal vlindersoorten van open duinen te zien. De achteruitgang is 80 procent!
Aantal vlindersoorten van open duinen en opgaande struwelen (1992-2017). De lijn geeft de gemiddelde trend, met een startwaarde van 100 procent in 1992. De gekleurde zone eromheen geeft de onzekerheid. Voor duinvlinders gaat het om acht soorten, voor struweelsoorten om tien soorten. (Bron: Netwerk Ecologische Monitoring)
Heel anders is het de struweelvlinders vergaan: die laten een toename van 75 procent zien. En dat leidt tot een duidelijk andere duinvlinderfauna: in de open duingebieden verdwenen de duinvlinders; in de gebieden waar struweel opkwam, kwamen struweelvlinders.
Er is een verklaring voor deze verschuiving. Zoals vaak in de natuur spelen meerdere factoren een rol. In het oorspronkelijke duinlandschap waren open plekken voor kleine parelmoervlinders volop aanwezig. Maar met het vastleggen van de duinen met onder andere helm, werden die plekken steeds schaarser. Recent heeft de kleine parelmoervlinder te lijden onder de stikstofdepositie, waardoor de resterende open plekken steeds sneller dichtgroeien. Opwarming leidt ertoe dat zuidelijke soorten die vaak voorkomen in halfopen landschappen met struweel, zoals het bont zandoogje of gehakkelde aurelia, steeds verder naar het noorden kunnen oprukken.
In het boek ‘Bloeiende duinen’ zetten meer dan 100 auteurs, tekenaars en fotografen het duinlandschap en 25 grote natuurgebieden opnieuw in de verf. Het is een vitaal en zeer soortenrijk landschap, waarin echter vijf grote ‘revoluties’ de laatste 150 jaar diepe sporen achterlieten. Het boek geeft ook toegang tot 50 wandelroutes door de meest bijzondere duingebieden (hotspots).
Wie het boek nu al bestelt, betaalt €25,- in plaats van €39,50 (inclusief verzendkosten). Deze voorintekenprijs geldt tot 2 maart 2019.
Bloeiende duinen (onder edactie van Rolf Roos) verschijnt zaterdag 2 maart op de Landelijke Vlinderdag van De Vlinderstichting. Ook daar kunt u het boek voor € 25 meenemen.
Duinvlinders gaan achteruit
1-nov-2017
Op zoek naar vlinders en libellen
21-jun-2023
Teken met korting in voor onze nieuwe boeken
13-mrt-2023