Nieuwsbericht

Op zoek naar heideblauwtje

woensdag 1 juli 2009

De afgelopen dagen is het heideblauwtje al van verschillende locaties gemeld, soms ook al in flink hoge aantallen. Het zijn nu, aan het begin van de vliegtijd, nog voornamelijk mannetjes. Om actief te kunnen zijn is een lichaamstemperatuur van zo’n 30 graden Celsius gewenst. Vroeg op de dag zonnen de vlinders met hun vleugels open om warm genoeg te worden. Dan is de prachtig diepblauwe kleur van de mannetjes te zien. Deze wordt nog versterkt door een zwarte baan en een prachtige witte buitenrand (foto rechts). De vrouwtjes, die veel onopvallender zijn, maar ook al wel gezien zijn, hebben een bruine bovenzijde met oranje vlekjes (foto onder, links).

Heideblauwtjes doen in Nederland hun naam eer aan. Hier vinden we ze alleen op heiden, en dan met name op vochtige en natte heiden. In het buitenland komen ze ook in allerlei graslanden voor. Omdat het heideblauwtje een beschermde soort is wil De Vlinderstichting weten waar ze precies nog voorkomen. Van sommige plekken weten we wel dat ze er in 2002 zaten, maar van de andere jaren zijn er geen meldingen van die plek. Is de soort daar verdwenen of is er gewoon niet naar gezocht? De komende weken gaan vele vrijwilligers op pad om die plekken te bezoeken en om heel gericht te gaan kijken of het heideblauwtje er nog voorkomt. Ze zoeken uiteraard alleen bij goed vlinderweer, zodat je ook kunt aangeven dat je de soort niet hebt gevonden, terwijl de omstandigheden optimaal waren.

Als u ook mee wilt werken en plekken bezoeken waar wellicht nog heideblauwtje voorkomen kijk dan op inhaalslag. Daar vindt u een kaart van Nederland met daarop de kilometerhokken waaruit we graag meldingen hebben of het heideblauwtje er nog zit of niet. Misschien zijn er hokken bij u in de buurt waar u zou willen kijken. U kunt uw waarnemingen (ook als u wel hebt gezocht, maar ze niet hebt gevonden) doorgeven via telmee of via waarneming.nl. Ook kunt u natuurlijk nog de gewone post gebruiken (De Vlinderstichting, postbus 506, 6700 AM Wageningen).