dinsdag 13 augustus 2024
Er is dit jaar geen enkel donker pimpernelblauwtje gezien. In 2001 had deze vlindersoort zich vanuit Duitsland in Posterholt gevestigd. De kleine oppervlakte van het leefgebied was een probleem, dus werd er gewerkt aan vergroting van het leefgebied. Helaas werd in 2020 in het begin van de vliegtijd het merendeel van de berm waar de vlinders leefden, gemaaid in opdracht van het Waterschap Limburg.
Er waren nauwelijks grote pimpernelplanten meer over, waar de vrouwtjes hun eitjes op konden leggen. Er was hoop dat dit slechts een klap voor de populatie zou zijn en niet tot het verdwijnen van de vlinder zou leiden.
Vanaf dat moment werd er zeer regelmatig, bijna dagelijks, door vrijwilligers van de Vlinderstichting gezocht naar de vlinder. In totaal werden er in 2023 nog slechts vijf vlinders waargenomen. In de zomer van 2024 werd er geen enkel donker pimpernelblauwtje gezien. De vlindersoort lijkt hiermee hoogstwaarschijnlijk te zijn verdwenen uit ons land. De Vlinderstichting legt zich daar niet bij neer. In samenwerking met de provincie Limburg en het Limburgs Landschap wordt verder gewerkt aan het realiseren van geschikt leefgebied. Zodra dat er is, kan de vlinder er weer worden uitgezet.
Het donker pimpernelblauwtje is een echte boerenlandvlinder, die houdt van bloemrijke hooilanden. De vlinder is nogal kieskeurig en heeft een hele bijzondere levenswijze. De vrouwtjes leggen eitjes op de bloemknop van de grote pimpernel, waar de rups enige tijd verblijft. Daarna verlaat hij de plant en gaat naar de grond, waar hij hoopt te worden gevonden en geadopteerd door de werksters van de gewone steekmier. Die nemen de rups mee naar het mierennest, waar hij de winter verblijft en als parasiet leeft van de mierenlarven. Nadat hij is verpopt, komt de vlinder eind juni uit het mierennest tevoorschijn.
Niet alleen de levenswijze is bijzonder, deze vlinder geniet ook een bijzondere beschermingsstatus. Ze staat vermeld in de Habitatrichtlijn, waardoor in heel Europa zowel de soort als het leefgebied beschermd worden. De ontwikkeling van nieuw soortenrijk leefgebied, waarvan ook veel andere bedreigde planten- en diersoorten profiteren, wordt daarom voortgezet.
Kleurrijke hooilanden in het dal van de Roer en in het Vlootbeekdal – met grote pimpernel, knoopkruid, moerasrolklaver, wilde peen en wilde bertram – zullen verder ontwikkeld worden en zich uitbreiden. Tegelijkertijd moet een geschikte bronpopulatie vlinders worden gevonden, voor een herintroductie in de toekomst. Bij grote populaties in Duitsland wordt de genetische variatie van de vlinders onderzocht. Populaties die door inteelt veel eigenschappen verloren hebben, kunnen zich mogelijk niet aan de situatie in Nederland aanpassen en vallen af. Ook de mieren verdienen aandacht. Ze moeten geschikt zijn als gastheer, zodat de rupsen door hen geadopteerd worden en tot vlinders uit kunnen groeien.
In het toekomstige leefgebied is het belangrijk om plekken met een grote verscheidenheid aan microklimaten te ontwikkelen. Voor insecten is soms een zonnig plekje handig om op te warmen en actief te zijn. Het kan echter ook te warm worden, zodat ze liever in de schaduw vertoeven. De bodem moet geschikt zijn voor de mieren om hun nesten in te maken en niet te snel uitdrogen. Een landschap met bosjes, struwelen en hagen en een hoog grondwaterpeil kan hierin voorzien. In dit rijke landschap kan het donker pimpernelblauwtje uiteindelijk terug worden gebracht. De kansen om duurzaam in Nederland te verblijven, zullen dan groter zijn.
Tekst: Irma Wynhoff, De Vlinderstichting
Foto’s: Kars Veling, De Vlinderstichting
DonkerPimpernelblauwtje GrotePimpernel Habitatrichtlijn IrmaWynhoff NatureToday RodeLijst
Week van de kleine heivlinder
14-okt-2024
Tienduizenden trekkende heidelibellen
3-sep-2024