Klimaatbestendig heidebeheer

Het gentiaanblauwtjeis een landelijk bedreigde vlinder Het gentiaanblauwtjeis een landelijk bedreigde vlinder

In Noord-Brabant is afgelopen jaar in acht grotere heidegebieden gewerkt aan kleinschalige herstelmaatregelen over de hele hoogte gradiënt van nat naar droog. In het project werd het gentiaanblauwtje als gidssoort gebruikt, maar werd er daarnaast ook voor gezorgd dat andere soorten insecten – zoals veenmier en moerassprinkhaan – en amfibieën en reptielen meeliften.

Bedreigde vlinder

Het gentiaanblauwtjeis een landelijk bedreigde vlinder waarvan de aantallen de afgelopen 15 jaar in Brabant met 60% zijn afgenomen. In het Vlaamse Hageven, net over de grens zijn de aantallen in dezelfde tijd verdrievoudigd – het kan dus wel! Kleinschalig maatwerk met aandacht voor het reliëf en een goede terugkoppeling tussen monitoring en uitvoering lijken daarbij de sleutel tot succes.

Hoe werkt klimaatbestendig heidebeheer?

Kleinschalig beheer

Kleinschalig beheer is inmiddels gangbare praktijk geworden en essentieel om schade te voorkomen en overgangen tussen oude en jonge begroeiing te maken. In dit project is op verschillende manieren van nat naar droog gewerkt. Samen met terreinbeheerders werkt De Vlinderstichting aan het spreiden van leefgebied over de hoogtegradiënt, dus zorgen voor leefgebied in zowel lagere als hogere delen. 

Visgraatmodel

Bij Staatsbosbeheer is in drie terreinen geplagd volgens een al eerder beproefd ‘visgraatmodel’. Op de Kampina bij Natuurmonumenten en in de Malpie van de gemeente Valkenswaard werd vooral in lange stroken geplagd. Bij Brabants Landschap is voor een voorzichtiger aanpak gekozen en zijn in verschillende terreinen lange banen kort afgemaaid.

 

Paarse loper

Bij Natuurmonumenten is op de Plateaux voor weer een andere oplossing gekozen. Hier is een ‘paarse loper’ uitgerold door het plagsel uit vergraste heide in een lange baan uit te rijden op voormalige landbouwgrond, waar het heideherstel nog pril is. Tussen de plaggen kunnen de hagedissen dekking vinden en kunnen de knoopmieren, waarvan het gentiaanblauwtje afhankelijk is, hun nesten bouwen. Zo wordt de vestiging van de heidefauna versneld. Tijdens een onlangs gehouden workshop van beheerders en soortenkenners waren alle deelnemers het erover eens dat deze aanpak een vervolg verdient. De komende jaren zullen de effecten door monitoring duidelijk kunnen worden en kan ook van de verschillende werkwijzen worden geleerd.

Brochure

Samen met Ravon en EIS-Nederland heeft De Vlinderstichting een brochure over klimaatbestendig heidebeheer voor de fauna. Deze brochure staat vol informatie voor vrijwilligers en beheerders.

Download de brochure

Uitbreiding van gentianen

Op het zuidelijk deel van de Strabrechtse Heide zijn door het Brabants Landschap stroken van laag naar hoog ‘gechopperd’ en is de aangrenzende, door het hoge gras pijpenstrootje gedomineerde, vegetatie gemaaid. Chopperen laat in tegenstelling tot plaggen de bodem intact en heeft daardoor minder negatieve bijwerkingen. Door aanvullende bekalking wordt verzuring voorkomen. Op plekken waar gentianen zijn verdwenen worden deze soms weer uitgezaaid. Gentiaanblauwtje en andere soorten kunnen deze plekken dan vanuit andere delen in het terrein op eigen kracht bereiken.

Uitbreiding van leefgebied

In het Rouwven is dit ook gebeurd. Hier wordt al enige jaren door vrijwilligers op handkracht met succes gewerkt aan de uitbreiding van het leefgebied voor een kleine populatie gentiaanblauwtjes. Omdat de populatie op een vrij droge plek voorkomt, heeft deze het in 2016 juist goed gedaan, maar in een droge zomer kan dat snel omslaan. Met de chopperstroken kan de soort op een andere plek in het terrein zowel op droge als nattere delen terecht. De komende jaren zullen we zien of het gaat lukken!

Meer lezen over dit project