Toegevoegd op 13 maart 2023

Zonder titel

Vlinders in de tuin
De bloemen blozen kleurrijk
Vlinders in hun buik

 

Betsy Hengeveld

 

De vlinder of het ei

Ze dacht de eerste te zijn, was alles wat bestond.
Vlinderei volmaakte vorm, kleuren goed en rond.
Het stille leven, in zichzelf eeuwigheid bewust.
Knaagde zich naar buiten toe… een rups.

Rups vreten als het kon, zo goed zijn jas vervellen.
Een leven zonder bladeren, was niet voor te stellen.
Etend werd er doorgegroeid, nieuw domein bewust.
De laatste jas cellulose goed, paste perfect, pop!

Pop, dit is het wel, veilig levend, bekwaam. 
Had zekerheid, eeuwig geluk, verstaan.
Binnenin, haar eigen wezen bewust.
Leefde zij volop in haar buik vlinders!

Fladderen tussen bloemen, dronken als een honingbij.
Schoonheid die oneindig was, op brandnetel een ei.
Lange roltong dronk heel zacht, haar laatste beker uit.
Om in een roes zich af te vragen, wie er eerder was.

 

Jan Bouwmeester


Vleugels van satijn

nu de lucht geklaard is,
laat ik d’aarde los
én misschien ben ‘k morgen,
al voorbij de zon
mag ik jou nog even dragen,
voor ik gewichtloos word
of wil je nog wat praten,
over die mooiste nacht,
toen jij mij vleugels gaf

nu de lucht geklaard is,
laat ik alles los
jij tooide mij met vleugels,
hoog en wijd gespreid
zodat ik m’n hele leven,
héél vrij mijzelf kon zijn
die nacht, vermomd als vlinder,
zijn vleugels waren wij,
vleugels van satijn.

 

Kerima Ellouise & Guido De Pelsmaeker

 

De poppenkast

het moment van de metamorfose
vindt plaats in de poppenkast
geen geschraap van de kaken van rupsen
geen geslurp van de nectar uit bloemen
geen gefladder van vleugels de vlinders
verlaten de kast aan de achterkant

de poppen zijn ingevlogen
vliegtuigruimen vol coconnen
en wij die door de tuin met tropische vlinders
liepen, de rupsen langs nerven van bladeren
zochten, en de vochtige hitte afveegden-
wij staan ademloos voor de poppenkast

bij de Vlindertuin Vlinders langs de Vliet

 

Yolande de Kok


Zonder titel

Mijn vleugels.
Kunnen zij mij dragen?
Ik fladder omhoog.
Al mijn kleuren
glanzen in het licht.
Ik ben een bloem,
losgeraakt van de Aarde.
De stille roep,
die ik nooit eerder verstond,
laat mij neerdalen
op een bloemkelk,
waar ik een groet breng
aan de Zon.

Ik ben Vlinder.

 

Tineke Beukhof

 

Meer gedichten lezen