Zeldzaam. Slechts enkele vindplaatsen op de kalkgraslanden in Zuid-Limburg.
Voorvleugellengte: 8-9 mm. Deze kleine nachtvlinder is goed te herkennen aan de doorzichtige vlakjes in het middenveld van de voorvleugel. De voorvleugel is verder grijsachtig bruin met in het zoomveld en langs de voorrand opvallende gele vlekjes. Over het zwartachtige achterlijf lopen enkele lichte dwarsbandjes.
Half mei-begin augustus in twee generaties. De vlinders zijn overdag actief, maar uitsluitend bij hogere temperaturen; het is een uitgesproken warmteminnende soort. De vlinders bezoeken bloemen van onder andere braam en de mannetjes zijn goed te lokken met feromoonpreparaten.
Rups: juni-september. De rups, die een onaangename wantsengeur verspreidt, leeft in een kokertje dat gemaakt wordt door bladeren van bosrank samen te spinnen. De soort overwintert als pop, eveneens tussen samengesponnen bladeren van de waardplant.
Bosrank.
Vochtige zonnige warme bosranden op kalkbodem.
Zeldzaam. Slechts enkele vindplaatsen op de kalkgraslanden in Zuid-Limburg.
In Vlaanderen zeer zeldzaam; beperkt tot Zuid-Oost-Limburg en één recente waarneming in Leuven. In Wallonië zeldzaam, maar wijdverbreid in de kalkstreek en de Gaume.
Van het noorden van het Iberisch schiereiland, via Midden- en Zuid-Europa (niet op de Balearen, op Corsica en Sardinië) tot Klein-Azië en de Oeral. Naar het noorden: niet in Noord-Frankrijk, niet in de Benelux en in Duitsland tot de lijn Aken - Hannover - Cottbus.
De bosrankvlinder heeft bosrank als waardplant.
De oude naam dwerglandkaartje is vervangen om verwarring met het landkaartje te vermijden.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
bosrankvlinder
Thyris fenestrella