gevlamde vlinder Endromis versicolora

De mannetjes van de gevlamde vlinder vliegen vroeg in het voorjaar overdag in open berkenbossen en licht beboste heiden.
Familie
berkenspinners (ENDROMIDAE)
Onderfamilie
Endrominae / Endromis versicolora
Groep
Nachtvlinder die zowel dagactief als nachtactief is
Hoe moeilijk te herkennen
(goed tot redelijk goed te determineren)
Zeldzaamheid

Vrij zeldzaam. Een soort die gebonden is aan bossen en dan vooral op de zandgronden. De meeste waarnemingen komen dan ook uit Gelderland, Drenthe, Noord-Brabant en Limburg. RL: bedreigd.

Rode lijst
bedreigd

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: ♂ 27-30 mm, ♀ 34-39 mm. Een grote, forse nachtvlinder die goed te herkennen is aan de chocolade- tot kaneelbruine met crèmekleurige gevlamde tekening. Het kleinere mannetje heeft een donkerdere, diepere kleur dan het vrouwtje; de achtervleugel van het mannetje is oranjebruin zonder wit en met betrekkelijk weinig tekening. Bij het lichtere, zachter gekleurde vrouwtje heeft de achtervleugel eenzelfde gevlamd en gekleurd uiterlijk als de voorvleugel.

Kenmerken rups

Tot 63 mm; zeer dik naar de kop sterk versmald lichaam, segment elf met een hoornvormige bult op de rugzijde; lichaam groen, op de rug witachtig en op de flanken dicht zwart gespikkeld; rug met een donkergroene middenstreep, die aan weerszijden door een rij schuine, witte strepen wordt begrensd; op de flanken van de eerste drie lichaamssegmenten een brede, geelachtig witte lengtestreep; kop groen met geelachtig witte strepen.

Vliegtijd en gedrag

Half maart-eind april in één generatie. De mannetjes vliegen met zonnig of warm bewolkt weer van halverwege de ochtend tot vroeg in de middag. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes vliegen in de schemering en komen op licht. Ook worden ze soms overdag gevonden, rustend op berkentakken of andere vegetatie tot twee à drie meter boven de grond.

Levenscyclus

Rups: mei-juli. De rupsen leven eerst in groepen bij elkaar, daarna solitair. Overwintering vindt plaats als pop in een losse cocon op de grond. De eieren worden afgezet op de buitenste twijgen van lage berken op open, zonnige en beschutte plaatsen.

Waardplanten

Vooral ruwe berk, maar ook zachte berk, els en andere loofbomen.

Habitat

Open berkenbossen en licht beboste heiden.

Zeldzaamheid

Vrij zeldzaam. Een soort die gebonden is aan bossen en dan vooral op de zandgronden. De meeste waarnemingen komen dan ook uit Gelderland, Drenthe, Noord-Brabant en Limburg. RL: bedreigd.

België

Zeer zeldzaam in Vlaanderen. Beperkt tot de Antwerpse en Limburgse Kempen en daar achteruitgegaan. In Wallonië vrij zeldzaam, maar wijdverbreid; lokaal algemener ten zuiden van Samber en Maas.

Mondiaal

Van het noorden van het Iberisch schiereiland (Atlantische Oceaan) en de Britse eilanden via heel Europa oostwaarts tot Oost-Azië. Niet in het uiterste noorden van Scandinavië en niet rond de Middellandse Zee.

Trend op lange en korte termijn
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - feb 2016
Engelse naam
Kentish Glory
Duitse naam
Birkenspinner
Franse naam
le Bombyx versicolore
Oud Nederlandse naam
berkenspinner, gevlamde spinner
Toelichting Nederlandse naam

Gevlamde vlinder is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders'.
Gevlamde wijst op de mooie kleurverdeling op de voorvleugels.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Endromis: en is in en dromos is hardlopen; endromis wordt gebruikt voor zowel hardloopschoenen als voor een pak dat de hardloper warm moest houden na de race. Hier is het laatste bedoeld, hetgeen betrekking heeft met het dichte harenpak op het vlinderlijf.
versicolora: versus is omgedraaid, teruggekeerd en color is kleur. Dit slaat op de dwarslijnen op de voorvleugel. Die zijn zwart en de ene heeft de witte rand aan de binnenkant en de ander aan de buitenkant. Macleod veronderstelt dat de naam te maken heeft met de kleurverandering van de rups van zwart naar groen maar dat kan niet kloppen omdat Linnaeus geen kennis had van de levenscyclus van deze soort.

Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie berkenspinners (ENDROMIDAE)

gevlamde vlinder
Endromis versicolora

alle soorten uit deze familie