Nieuwsbericht

Tellers harder nodig dan ooit

dinsdag 4 juni 2019

Dankzij de inzet van duizenden mensen kan De Vlinderstichting al meer dan 25 jaar de vlinderstand goed in de gaten houden. De basis van deze kennis: tellingen. Iedere week, al jarenlang, worden vlinders overal in Nederland geteld. Leuk om te doen (want je bent lekker buiten) en je draagt bij aan wetenschappelijk onderzoek. Maar hoe ziet het tellen van vlinders er in de toekomst uit?

De opkomst van ‘artificial intelligence’ (AI) opent talloze nieuwe mogelijkheden: Shazam kan u vertellen welke muziek u hoort, Obsidentify welke nachtvlinder u gefotografeerd heeft en een automatische cameraval laat zien welke insecten op een geel plaatje gaan zitten. Heeft het dan nog wel zin om vlinders en libellen te tellen? Het antwoord is een volmondig “JA”. Want ondanks de geweldige nieuwe mogelijkheden die AI biedt, zullen ‘echte’ tellingen door mensen in het veld altijd nodig blijven. De belangrijkste reden is continuïteit.

Samen met CBS

Dagvlinders worden in Meetnet Vlinders al 30 jaar op dezelfde manier geteld en het Meetnet Libellen bestaat 22 jaar. Dat zijn prachtige telreeksen en voorlopig nog de enige tijdreeksen van insecten die terug in de tijd te volgen zijn. Bovendien zijn deze meetnetten opgezet in nauwe samenwerking met het CBS, dat er altijd precies op toeziet dat de methode betrouwbare resultaten oplevert. En die betrouwbaarheid is voor nieuwe methodes nog niet gegarandeerd. Het blijft voor vlinders en libellen dus heel belangrijk om de reeksen voort te zetten, zodat we zeker zijn en blijven van betrouwbare data. Bovendien zijn ook buiten Nederland lange tijdreeksen beschikbaar. In bijna alle landen van de Europese Unie worden duizenden telroutes voor dagvlinders geteld. Daardoor kunnen de Nederlandse tellingen vergeleken worden met de rest van Europa.

Betrouwbare resultaten

Kempense heidelibel Kempense heidelibel

Natuurlijk zijn er veel meer insecten dan vlinders en libellen. En ook vernieuwing juichen wij van harte toe! Daarom is het goed dat de automatische cameraval ontwikkeld is en hiermee geëxperimenteerd wordt. Dat ze een bijdrage gaan leveren aan de kennis van de trends van een aantal insectengroepen is zeer waarschijnlijk en dat is sowieso winst. Daarbij moeten nog wel wat methodologische knelpunten overwonnen worden; een belangrijke vraag is bijvoorbeeld of je de resultaten goed kunt interpreteren wanneer er minder insecten op de plaatjes komen te zitten, omdat er gewoon meer bloemen in de buurt zijn. Dat vergt ervaring, en ervaring kost tijd.

Mensen onmisbaar

Maar ook met die soortgroepen erbij zijn er nog heel veel andere insecten die alsnog gemist worden, bijvoorbeeld omdat ze in de bodem leven, omdat ze niet op gele plaatjes gaan zitten of nog talloze andere redenen. Er zijn zoveel soorten insecten, dat je nooit alles in de vingers kunt krijgen. Juist daarom blijft de ‘menselijke’ factor voorlopig onmisbaar.

Vlinders en libellen zijn goede indicatoren voor de biodiversiteit, samen met veel andere groepen. Omdat we ook veel weten over de ecologie van dagvlinders kunnen de resultaten ook goed worden geïnterpreteerd: wat zijn oorzaken van achteruitgang, wat kunnen we doen om ze te beschermen? Daarom zijn uw tellingen zo belangrijk: aan de hand daarvan kunnen we terug in de tijd én in de toekomst kijken hoe het met vlinders en hun leefgebieden gaat.

Wilt u ook meedoen? Stuur een mailtje naar meetnet@vlinderstichting.nl voor meer informatie.

Biodiversiteit dagvlinders Libellen MeetnetLibellen MeetnetVlinders monitoring vlinders