Nieuwsbericht

Welk koolwitje is dat?

donderdag 23 april 2015

Vlinders die nu veel te zien zijn, zijn koolwitjes, witte vlinders met wat zwart. Koolwitjes lijken gemakkelijk te herkennen, maar er vliegen momenteel wel drie verschillende soorten. En welke is nu welke?

De afgelopen weken worden klein geaderd witje, klein koolwitje en groot koolwitje overal gezien. Vooral de namen 'klein' en 'groot' koolwitje zijn verwarrend. Want wanneer is een vlinder nu klein of groot? Gelukkig zijn er andere kenmerken waar je op kan letten, zodat je toch weet welk koolwitje je ziet vliegen.

Bovenkant van de vleugel

Bekijk, als het lukt, de bovenkant van de vlinder, als de vlinder met de vleugels open zit. Het verschil zit hem namelijk in de hoeveelheid zwart op de vleugelpunt, en de manier waarop dat verdeeld is.

Het klein geaderd witje heeft een onduidelijke zwarte tekening, het zwart oogt wat 'rommelig' en 'rafelig'.

Het klein koolwitje heeft een kleine zwarte vleugelpunt. Deze zwarte vlek is recht afgesneden, alsof er een liniaal langs is gelegd.

Het groot koolwitje heeft een uitgebreide en grote zwarte vleugelpunt, veel groter dan bij de andere twee witjes. Vaak kan je het dikke zwart al zien als de vlinder vliegt.

Onderkant van de vleugel

Aan de onderzijde is het klein geaderd witje heel goed te herkennen aan de donkere schubben aders op de vleugel. 

Bij het klein en groot koolwitje zijn er geen grijze aders te zien. Op de foto zie je echt wel de zwarte vleugelpunt door de vleugels heen schijnen, zodat je de vlinder toch kan herkennen.

Verschillende leefgebieden

De witjes komen soms alle drie door elkaar voor, maar je kunt wel onderscheid maken tussen favoriete leefgebieden. Het klein geaderd witje is vooral in de natuurlijke landschappen aanwezig. Graslanden, bossen, bosranden en parken zijn het meest geliefd.

Het klein koolwitje is het meest voorkomende koolwitje. Overal kun je deze vlinder tegenkomen: midden in de stad, in bossen, in de tuin, op heidevelden of in uitgestrekte akkerlanden. 

Het groot koolwitje is een echte moestuinbewoner, die je vooral in de buurt van de bebouwing tegenkomt.

Schade in de moestuin?

Koolwitjes leggen hun eitjes op allerlei kruisbloemigen, waaronder ook de door ons zorgvuldig in de moestuin opgekweekte kool. Het groot koolwitje brengt daar soms flinke schade toe omdat ze wel 30 of 40 eitjes bij elkaar legt. De snel groeiende rupsen kunnen zo de kool aardig met de grond gelijk maken. En daar zijn moestuinbezitters niet altijd blij mee! 

Een paar tips:

  • Offer een (of een paar) kolen op aan de rupsen. Daar mogen ze naar hartenlust eten. Dek de rest af met gaas, zodat je die zelf kunt oogsten. Dat zorgt ervoor dat de vlinders, en ook de koolvliegen, geen eitjes kunnen leggen.
  • Plant pepermunt of salie naast de kolen. Vlinders houden niet van die geur en zullen minder snel eitjes leggen op planten die daar in de buurt staan.
  • Zorg voor veel variatie in de tuin. Als de beplanting afwisselend is, wordt het voor vlinders moeilijker om er één plant op geur uit te pikken. Zo voorkomt u plaagvorming.
  • Zie het niet als plaag, maar als ervaring. Het is -vooral voor kinderen- fantastisch om de ontwikkeling van ei, rups, pop en vlinder van dichtbij mee te maken.

 

Lees meer tuintips

 

herkennen witjes