Aan de rand van de Noordoostpolder, tegen Friesland en Overijssel aan, ligt het Kuinderbos. De naam komt van het voormalige Zuiderzeestadje Kuinre, dat aan de rand van het bos ligt. Het bos is aangelegd na de drooglegging in de jaren vijftig en is nu het grootste bos van de provincie Flevoland. Het begon als een aangeplant bos met nette rijen bomen, maar inmiddels is het uitgegroeid tot een ‘volwassen’ bos. De boommarter, een liefhebber van oude holle bomen, heeft van het Kuinderbos zelfs zijn thuis gemaakt. Er leven reeën, vossen, hazen, egels en verschillende soorten roofvogels. In het bos ligt de Kuinderplas, een prima plek om libellen te zien. Rondom de plas graast een kudde Welshpony’s, die u waarschijnlijk tegenkomt tijdens uw wandeltocht.
Het bos heeft een grote variatie aan grondsoorten, wat zorgt voor veel verschillende soorten planten. Er groeien bijvoorbeeld 23 van de 27 in Nederland bekende varensoorten in het Kuinderbos. Door deze grote variatie aan planten zijn er ook veel verschillende soorten vlinders te vinden.
Hieronder worden nog enkele libellen genoemd die te zien zijn in dit gebied. Klik op de naam van een libel voor meer informatie. U komt dan op de soortpagina van libellennet.
Er zijn maar twee soorten libellen die als volwassen libel de winter doorkomen, en een daarvan leeft in het Kuinderbos: dezeldzame noordse winterjuffer. Deze libel is aan het einde van de zomer te zien en gaat daarna in winterrust. Om te voorkomen dat hij bevriest, heeft hij een soort antivries in zijn lichaam.
Tijdens de eerste mooie dagen van het vroege voorjaar, wanneer de zon warm genoeg is om de vliegspieren op te warmen, zijn de eerste noordse winterjuffers alweer actief. Ook de voortplanting vindt vroeg in het voorjaar plaats, waardoor ze vaak ver voor het verschijnen van andere libellensoorten al bij de waterkant te vinden zijn. Op deze manier hebben ze weinig last van concurrentie bij het zoeken naar voedsel en uitkijkpunten.