Zeer zeldzaam. Deze soort komt lokaal voor op de Veluwe; slechts een enkele waarneming daarbuiten.
Voorvleugellengte: 15-17 mm. Deze uil lijkt sterk op de bruine witvleugeluil (A. lutulenta), maar heeft een smallere voorvleugel, is gemiddeld iets kleiner en heeft doorgaans een scherpere tekening. De voorvleugel heeft een gelijkmatige, dof bruinachtig grijze grondkleur of is zwaar bespikkeld met staalgrijs en heeft een zwartachtige middenband, die soms onduidelijk is. De centrale dwarslijn die over de witte achtervleugel van het mannetje loopt, bestaat uit een rij duidelijke zwarte vlekjes of streepjes; de dwarslijn vormt soms een gebogen lijn. De antennen van het mannetje zijn licht geveerd.
Zie de bruine witvleugeluil (A. lutulenta) en de zwarte witvleugeluil (A. nigra).
bruine witvleugeluil
Aporophyla lutulenta
NOCTUIDAE: Hadeninae
zwarte witvleugeluil
Aporophyla nigra
NOCTUIDAE: Hadeninae
Bruine witvleugeluil (Aporophyla lutulenta) en zwarte witvleugeluil (Aporophyla nigra).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
zwarte witvleugeluil
Aporophyla nigra
NOCTUIDAE: Hadeninae
bruine witvleugeluil
Aporophyla lutulenta
NOCTUIDAE: Hadeninae
Begin augustus-eind september in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen.
Rups: september-juni. De rups foerageert ´s nachts en verbergt zich overdag dicht bij de grond. De soort overwintert als jonge rups. De verpopping vindt plaats in de grond.
Diverse kruidachtige en houtige planten, waaronder struikhei, berk, sleedoorn, bosbes en rolklaver.
Heiden.
Zeer zeldzaam. Deze soort komt lokaal voor op de Veluwe; slechts een enkele waarneming daarbuiten.
Zeer zeldzaam. Recent één Vlaamse vindplaats, in de Antwerpse Kempen; vroeger ook in Limburg.
De witvleugeluilen hebben witte achtervleugels. Het betreft het Genus Aporophyla.
Deze witvleugeluil is een echte heidesoort.
Aporophyla: aporos is ingewikkeld, moeilijk en phule is een klasse, een groep, vrij geïnterpreteerd is dit ieder taxon boven die van soort. Dit verwijst naar de moeilijkheid om dit genus een goede plaats te geven in de systematiek.
lueneburgensis: hoewel Freyer niet aangeeft waar zijn type exemplaar werd gevonden, mag wel worden aangenomen dat dat Lüneburg in het noordwesten van Duitsland is.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
koperuil
Diachrysia chrysitis
smalvleugelrietboorder
Chilodes maritima
bruine groenuil
Anaplectoides prasina
variabele silene-uil
Hadena perplexa
steenrode grasuil
Apamea lateritia
gewone gouduil
Xanthia icteritia