hulstblad Phyllodesma ilicifolia

Door de karakteristieke vorm en rusthouding lijkt het zeer zeldzame hulstblad op een dood blad.
Familie
spinners (LASIOCAMPIDAE)
Onderfamilie
Pinarinae / Phyllodesma ilicifolia
Groep
Nachtvlinder die nachtactief is
Hoe moeilijk te herkennen
(moeilijk tot zeer moeilijk te determineren)
Zeldzaamheid

Zeer zeldzaam. Slechts enkele waarnemingen bekend uit het oosten en zuiden van het land; de meest recente waarnemingen komen uit Noord-Brabant. RL: gevoelig.

Rode lijst
gevoelig

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 18-20 mm. Lijkt zeer veel op het espenblad (P. tremulifolia). Ook hier zijn het wortelveld en het middenveld, plus de binnenste zone van het zoomveld oranjebruin. Daarbuiten bevindt zich echter een tamelijk scherp ervan afgescheiden lichte bruinachtige grijze tot witachtige vleugelzoom. Ook op de bovenkant van het borststuk bevindt zich doorgaans veel grijs. Opvallend is het tussen de kleine langwerpige middenvlek en de binnenste dwarslijn gelegen kleine rechthoekige lichte grijsachtige veld. De franje is duidelijk wit met donkerbruin geblokt. Het voorvleugeluiteinde heeft een scherp iets naar buiten wijkend puntje, maar dit kan ook ontbreken. Op het in rusthouding onzichtbare deel van de achtervleugel bevindt zich een vrij prominent aanwezig witachtig veld dat zich vanaf de binnenrand langs de buitenzijde van de middelste dwarslijn tot vrij ver in het vleugelveld uitstrekt. Op de overgang van de gekartelde achterrand naar de effen binnenrand bevindt zich op de binnenrandhoek een duidelijk kartelpuntje. De variatie bestaat voornamelijk uit de wisselende hoeveelheid grijs.

Kenmerken rups

Tot 60 mm; lichaam roodachtig bruin tot geelachtig, overdekt met bleek roodachtig bruine haren; tussen de segmenten loopt een rij transversale, blauwachtig grijze en zwarte banden, die soms tot een dubbele rij van vierkante vlekken is gebroken; langs de spiracula een rij van blauwachtig grijze vlekken; kop donkergrijs.

Gelijkende soorten vlinder

Het espenblad (P. tremulifolia) is egaler van kleur, heeft een afgeronde voorvleugelpunt en de franje is slechts onduidelijk geblokt.

Bekijk de gedetailleerde verschillen tussen de twee Phyllosdesma-soorten.

espenblad
Phyllodesma tremulifolia
LASIOCAMPIDAE: Pinarinae

Vliegtijd en gedrag

Half april-half mei in één generatie. De vlinders komen op licht; ze worden overdag soms ook rustend op de waardplant gevonden.

Levenscyclus

Rups: juni-augustus. De soort overwintert als pop in een cocon dicht bij de grond.

Waardplanten

Wilg en andere loofbomen; soms ook bosbes.

Habitat

Natte heiden en open bossen.

Zeldzaamheid

Zeer zeldzaam. Slechts enkele waarnemingen bekend uit het oosten en zuiden van het land; de meest recente waarnemingen komen uit Noord-Brabant. RL: gevoelig.

Belgiƫ

Zeer zeldzaam. Slechts enkele recente vindplaatsen in de Antwerpse Kempen en de Hoge Venen.

Mondiaal

Van het noorden van het Iberisch schiereiland oostwaarts via de gematigde zone tot Siberië. De noordelijke areaalgrens loopt over Scandinavië en Noord-Rusland. De zuidgrens van Catalonië via Noord-Italië en de Balkan tot de noordelijke Kaukasus. Ook op de Britse eilanden.

Trend op lange en korte termijn
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - feb 2016
Engelse naam
Small Lappet
Duitse naam
Weidenglucke
Oud Nederlandse naam
berkenblad
Synoniemen
Epicnaptera ilicifolia, Bombyx ilicifolia, Lasiocampa ilicifolia, Lasiocampa betulifolia, Phyllodesma ilicifolium
Toelichting Nederlandse naam

Linnaeus vond van deze soort dat de vlinder in rust gelijkenis vertoonde met een hulstblad. Wie zijn wij om het daarmee oneens te zijn?

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Phyllodesma: phullon is een blad en demos is een keten, een boei. Zoals een vlinder vast op een blad zit.
ilicifolia: Ilex is hulst en folium is blad. Linnaeus had het hier niet over een waardplant maar over de gelijkenis met hulstblad als de vlinder in rust is.

Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)
Ondersoorten

Epicnaptera, Bombyx, Lasiocampa ilicifolia
Lasiocampa betulifolia Esper, 1782

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie spinners (LASIOCAMPIDAE)

rietvink
Euthrix potatoria

dennenspinner
Dendrolimus pini

veelvraat
Macrothylacia rubi

zwarte herfstspinner
Poecilocampa populi

ringelrups
Malacosoma neustria

wolspinner
Eriogaster lanestris

alle soorten uit deze familie