rietvink Euthrix potatoria

De rups van de rietvink drinkt van dauwdruppels en wordt ook wel drinker genoemd.
Familie
spinners (LASIOCAMPIDAE)
Onderfamilie
Pinarinae / Euthrix potatoria
Groep
Nachtvlinder die nachtactief is
Hoe moeilijk te herkennen
(goed tot redelijk goed te determineren)
Zeldzaamheid
Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. Heeft een voorkeur voor vochtige gebieden met rietvegetatie; lijkt de laatste tijd toe te nemen op sommige vochtige heiden waar vergrassing met pijpenstrootje plaatsvindt. RL: niet bedreigd.
Rode lijst
niet bedreigd

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: ♂ 21-25 mm, ♀ 28-35 mm. De rietvink en de hierna genoemde spinners onderscheiden zich door hun karakteristieke rusthouding waarbij de achtervleugels ver onder de voorvleugels uitsteken en door hun opmerkelijke ‘snuit’ gevormd door de sterk behaarde palpen. Deze snuit is bij de rietvink schuin naar voren gericht. Kenmerkend voor de rietvink zijn de kleine extra witte vlek naast de witte middenvlek op de voorvleugel en de diagonaal naar de vleugelpunt lopende, niet gekartelde buitenste dwarslijn.

Kenmerken rups

Tot 75 mm; lichaam blauwachtig grijs op de rug, zwart op de flanken, overdekt met bleek roodachtig bruine haren; over de rug een dunbbele rij van kleine, zwarte haarbosjes; op de segmenten twee en elf een langere zwarte haarpenseel op het midden van de rug; boven de spiracula een brede band van oranje-rode vlekken, onder de spiracula een rij witte haarbosjes en roodachtige vlekken; kop zwart met roodachtige tekening.

Vliegtijd en gedrag
Half juni-begin augustus in één generatie; hoogst zelden is er een partiële tweede generatie van eind september tot begin oktober. De vlinders vliegen ´s avonds en ´s nachts en komen op licht; de mannetjes vaker dan de vrouwtjes.
 
 
Levenscyclus
Rups: september-juni. De rups drinkt van dauwdruppels en wordt daarom ook wel drinker genoemd. De soort overwintert als jonge rups en verpopt zich in een crèmekleurige, spoelvormige papierachtige cocon, meestal tegen een grasstengel maar soms ook onder een stuk hout.
Waardplanten
Riet en andere harde grassen, waaronder kropaar en duinriet.
Habitat

Uitgestrekte vochtige graslanden, moerassen, laagveen, natte heiden, open vochtige bossen, struwelen, slootkanten en andere vochtige plaatsen.

Zeldzaamheid
Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. Heeft een voorkeur voor vochtige gebieden met rietvegetatie; lijkt de laatste tijd toe te nemen op sommige vochtige heiden waar vergrassing met pijpenstrootje plaatsvindt. RL: niet bedreigd.
België
Algemeen in het hele land.
Mondiaal
Van het noorden van het Iberisch schiereiland via West-Europa (inclusief de Britse eilanden) en de gematigde zone tot Oost-Azië. In het noorden loopt de grens door Zuid-Scandinavië. Naar het zuiden tot de Middellandse Zee en via de noordelijke Balkan tot de Zwarte Zee.
Trend op lange en korte termijn
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - feb 2016
Engelse naam
Drinker
Duitse naam
Grasglucke
Franse naam
la Buveuse
Oud Nederlandse naam
drinker, rietspinner
Synoniemen
Odonestis potatoria, Cosmotriche potatoria, Bombyx potatoria, Lasiocampa potatoria, Philudoria potatoria
Toelichting Nederlandse naam
Rietvink is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders'.
Het is een soort van vochtige gebieden en is dus vaak op riet te vinden. De achtergrond van vink blijft vooralsnog onduidelijk. Meer over Nederlandse namen

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam
Euthrix: eu is veel, flink wat en thrix is haar. De vlinder is nogal harig.
potatoria: potatorius is houdt van drinken. De vlinder drinkt van druppels water of van dauw.
Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)
Ondersoorten

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie spinners (LASIOCAMPIDAE)

hageheld
Lasiocampa quercus

kersenspinner
Odonestis pruni

kleine hageheld
Lasiocampa trifolii

rietvink
Euthrix potatoria

bosrandspinner
Eriogaster catax

eikenblad
Gastropacha quercifolia

alle soorten uit deze familie