Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.
Voorvleugellengte: 30-46 mm. De vleugeltekening van deze pijlstaart varieert nauwelijks. Kenmerkend zijn de kastanjebruine vlekken tegen de binnenrand van de achtervleugel. In rusthouding steekt de achtervleugel soms een heel eind onder de voorrand van de voorvleugel uit. Sommige individuen hebben een sterke rozeachtige of violette tint op de vleugels. Er komen ook bruingele vlinders voor; dit betreft vaker vrouwtjes dan mannetjes.
Tot 65 mm; zeer plomp; lichaam geelachtig groen of blauwachtig groen, fijn wit gespikkeld met op de flanken zeven schuine, groenachtig witte strepen; soms met een rij roodachtige vlekjes boven de spiracula; spiracula wit met donkerrode rand; hoorn op segment elf geelachtig groen, soms met rood uiteinde; kop driehoekig, groen met twee gele strepen
Bij de pauwoogpijlstaart (Smerinthus ocellata) steekt de achtervleugel in rust meestal niet of hooguit een klein stukje onder de voorvleugel uit; bovendien heeft de pauwoogpijlstaart een opvallende oogvlek op de achtervleugel.
pauwoogpijlstaart
Smerinthus ocellata
SPHINGIDAE: Smerinthinae
Pauwoogpijlstaart (Smerinthus ocellata), lindepijlstaart (Mimas tiliae) en glasvleugelpijlstaart (Hemaris fuciformis). N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
lindepijlstaart
Mimas tiliae
SPHINGIDAE: Smerinthinae
pauwoogpijlstaart
Smerinthus ocellata
SPHINGIDAE: Smerinthinae
glasvleugelpijlstaart
Hemaris fuciformis
SPHINGIDAE: Smerinthinae
Eind april-half augustus in twee generaties. De vlinders komen goed op licht; de mannetjes meestal na middernacht, de vrouwtjes eerder en in kleinere aantallen.
Rups: juli-oktober. De soort overwintert als pop in de grond in de buurt van de waardplant.
Populier en wilg.
Parken, tuinen, moerassen, bossen en heiden.
Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.
Zeer algemeen in het hele land.
Van noordwest-Afrika via heel Europa tot de 65e breedtegraad, alleen niet in Zuid-Griekenland en in het zuiden van het Iberisch schiereiland. Naar het oosten tot de Zwarte Zee en verder naar Siberië en het verre Oosten.
Pijlstaart verwijst naar het staartje of 'pijl' op het laatste segment van de rups.
Populier is een belangrijke waardplant voor deze soort.
Laothoe: Laothoe is een van de vrouwen van Priam, koning van Troje. Ook een familienaam met dezelfde strekking als Smerinthus, zie S. ocellata.
populi: Populus is het plantengeslacht populier, de waardplant.
Smerinthus populi (Linnaeus, 1758); Amorpha populi (Linnaeus, 1758)
lindepijlstaart
Mimas tiliae
gestreepte pijlstaart
Hyles livornica
groot avondrood
Deilephila elpenor
wolfsmelkpijlstaart
Hyles euphorbiae
ligusterpijlstaart
Sphinx ligustri
walstropijlstaart
Hyles gallii