Een dwaalgast waarvan slechts één waarneming bekend is; de soort werd in 1917 waargenomen in Midden-Limburg. De dichtstbijzijnde populatie bevindt zich in Tsjechië.
Voorvleugellengte: 21-27 mm. De bovenkant van de vleugels van het mannetje is geel; langs de achterrand bevindt zich zowel op de voorvleugel als op de achtervleugel een brede donkere band die over de gehele lengte door lichte aders wordt onderbroken. Het vrouwtje is oranje en heeft opvallend grote gele vlekken in de donkere band langs de achterrand. De vlinder rust met dichtgevouwen vleugels.
April-oktober in meerdere generaties.
Er zijn geen waarnemingen van rupsen in Nederland.
Hokjespeul en wikke.
Schrale graslanden in heuvelland en steppen.
Een dwaalgast waarvan slechts één waarneming bekend is; de soort werd in 1917 waargenomen in Midden-Limburg. De dichtstbijzijnde populatie bevindt zich in Tsjechië.
De steppeluzernevlinder staat als kwetsbaar op de Europese Rode Lijst.
De steppeluzernevlinder komt voor in een relatief klein gebied van Slowakije tot Rusland. De soort gaat op veel plaatsen achteruit.
Colias: Colias is de naam van het voorgebergte langs de kust van Attica waar een tempel van Aphrodite (Venus) stond. De slag van Salamis werd hier vlakbij uitgevochten.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
citroenvlinder
Gonepteryx rhamni
oranje luzernevlinder
Colias crocea
zuidelijke luzernevlinder
Colias alfacariensis
groot koolwitje
Pieris brassicae
klein geaderd witje
Pieris napi
veengeeltje
Colias palaeno