Juni - september
De eieren worden gelegd op (veelal) dennennaalden en komen meestal na enkele weken uit. De jonge rupsen spinnen een nest zodra ze uit het ei zijn gekropen en na elke vervelling maken ze een nieuw nest. Uiteindelijk overwinteren de rupsen hierin van september tot en met maart. Op zonnige dagen kan de rups ook buiten het nest worden waargenomen tot ze in maart/april, als ze volgroeid zijn, de naaldbomen verlaten. Ze gaan dan in processie op zoek naar een plek om te verpoppen. Ze kunnen dan ook gevonden worden in tuinen en straten. In deze 'processiefase' laten ze makkelijk hun brandharen los. Wanneer een geschikte plek is gevonden verpoppen de rupsen in de grond.
Pine Procession Moth, Pine Processionary
Pinien-Prozessionsspinner
Processionnaire du pin
Traumatocampa pityocampa, Cnethocampa pityocampa
Thaumetopoea: een verschrijving van Thaumatopoea; thaumatopoios is als een wonder, naar het verwonderlijke processie-gedrag van de rupsen.
pityocampa: komt van 'pitus' de Aleppoden (Pinus halepensis) en 'campa' is larve uit het Oud-Grieks (Roques and Battisti, 2015)
Denis & Schiffermüller, 1775
Grijs met twee opvallende dwarslijnen en een dikke middenstip. De buitenste dwarslijn is gekarteld. De achtervleugels zijn spierwit.
Lijkt op de eikenprocessierups, maar een slag groter met grotere middenstip op de voorvleugel. De buitenste dwarslijn is sterker gekarteld en de achtervleugels zijn witter.
Komt sedert 2025 in Nederland voor. In België voor het eerst waargenomen in 2021.
In 2021 is het eerste exemplaar waargenomen in de Gaume. In 2024 waren er zeven waarnemingen in Wallonië.
Het Middellandse Zee gebied: van Spanje tot aan Turkije. De laatste jaren breidt de soort zich noordwaarts uit en zit de soort in heel Frankrijk. Verder nog ten zuiden van de Alpen.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting