Een zeldzame soort die alleen is waargenomen in Zuid-Limburg.
Voorvleugellengte: 16-19 mm. Opvallende kenmerken zijn de bij het mannetje zeer sterk geveerde antennen en de vrij smalle, dun geschubde vleugels met een hooguit zwak getande achterrand. Het kleurenpatroon is zeer variabel. De grondkleur varieert van bruinachtig geel tot roestbruin of roodachtig bruin en op de voorvleugel bevinden zich donkere en/of gele vlekken met voorbij het midden een lichte getande dwarslijn. Langs de donkere aders liggen vaak grijze vlekken. Het vrouwtje is doffer van kleur, de vleugels zijn nog dunner geschubd en de antennen zijn draadvormig.
Tot 30 mm; lichaam bleek blauwachtig groen met bleek geelachtig groene lijnen tussen de segmenten; over de rug twee brede, groenachtig witte lengtestrepen en over de spiracula een geelachtige lengtestreep; kop groen.
Eind oktober-eind november in één generatie. De vlinders komen soms op licht.
Rups: half april-juni. Na de verpopping gaat deze soort het najaar in als pop in een losse cocon; deze bevindt zich in de strooisellaag onder de waardplant. De eitjes worden in november of december op kale takjes vlak bij de knoppen afgezet en overwinteren.
Esdoorn en Spaanse aak.
Bossen, windsingels en struwelen op kalkrijke bodem.
Een zeldzame soort die alleen is waargenomen in Zuid-Limburg.
Zeer zeldzaam, maar wijdverbreid in Namen, Luik en Luxemburg; plaatselijk soms vrij algemeen.
Van het noorden van het Iberisch schiereiland via grote delen van West- en Zuid-Europa, inclusief Zuid-Engeland, via heel Midden-Europa tot Rusland (Wolgagebied). Naar het zuiden Zuid-Frankrijk, Italië, Noord-Balkan en via de noordkant van de Zwarte Zee tot de Kaukasus. In het noorden ligt de grens over Zuid-Scandinavië.
De pluimspinner is geen spinner (Lasiocampidae), maar een tandvlinder (Notodontidae).
Zowel de wetenschappelijke als de Nederlandse naam wijzen op de prachtig geveerde antennes van het mannetje. Meer over Nederlandse namen
Ptilophora: ptilon is een veer en phorero is dragen, een Griekse benadering van plumigera.
plumigera: pluma is veer en gero is dragen, naar de sterk geveerde antennes.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
snuitvlinder
Pterostoma palpina
geelbruine tandvlinder
Notodonta torva
wilgenhermelijnvlinder
Furcula bifida
berkenbrandvlerkvlinder
Pheosia gnoma
populierentandvlinder
Gluphisia crenata
maantandvlinder
Drymonia ruficornis