Vrij algemeen. Komt vooral op zandgronden in de oostelijke helft van het land voor; door de verborgen leefwijze en het feit dat de vlinders niet op licht komen en geen bloemen bezoeken, lijkt de soort wellicht zeldzamer dan hij in werkelijkheid is. RL: niet bedreigd.
Voorvleugellengte: ♂ 10-12 mm, ♀ 8-11 mm. De voorvleugel is voornamelijk bruinzwart met soms, vooral bij het vrouwtje, een zwakke groene metaalglans. Die glans is vooral langs de randen en bij de vleugelwortel te zien. De achtervleugel is donkergrijs. Het mannetje heeft licht geveerde antennen.
Zie de metaalvlinder (Adscita statices).
Bekijk de gedetailleerde verschillen met illustraties tussen beide soorten.
metaalvlinder
Adscita statices
ZYGAENIDAE: Procridinae
Half juni-begin augustus in één generatie. De vlinders komen vroeg in de ochtend uit de pop; de vrouwtjes blijven zitten in de buurt van de plaats waar ze uitgekomen zijn, de mannetjes vliegen vanaf het eind van de ochtend tot laat in de middag rond, op zoek naar een vrouwtje. De vlinders hebben een gereduceerde roltong en kunnen dus geen voedsel opnemen.
Rups: juli-mei. De soort overwintert als rups in een wit spinsel (hibernaculum) en verpopt zich in een cocon op de waardplant.
Struikhei; soms zomereik.
Vooral heiden; ook warme droge graslanden.
Vrij algemeen. Komt vooral op zandgronden in de oostelijke helft van het land voor; door de verborgen leefwijze en het feit dat de vlinders niet op licht komen en geen bloemen bezoeken, lijkt de soort wellicht zeldzamer dan hij in werkelijkheid is. RL: niet bedreigd.
Zeldzaam in de Antwerpse en Limburgse Kempen; daarbuiten nagenoeg ontbrekend. In Wallonië nagenoeg beperkt tot Luxemburg, elders zeer lokaal.
Van de Pyreneeën via West- en Midden-Europa oostwaarts tot Oost-Azië, China en Japan. In het noorden, de areaalgrens is daar nog niet helemaal duidelijk, via Zuid-Finland. In het zuiden loopt de grens over het noorden van Italië en het Balkanschiereiland. Ook uit de Kaukasus is deze soort bekend. Niet in Voor-Azië en niet in Engeland. In Centraal-Azië in zuidelijke richting tot Alaj.R. pruni moet in twee golven naar Europa gekomen zijn: eerst in een vochtige en koude periode en later in droge en warme klimaatsomstandigheden. Dit alles heeft geleid tot zeer uiteenlopende habitatsvoorkeuren.
De bruine metaalvlinder heeft een metaalglans over de vleugels en de kleur van de vleugels is bruin.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
sint-jansvlinder
Zygaena filipendulae
wingerdmetaalvlinder
Theresimima ampellophaga
metaalvlinder
Adscita statices
vijfvlek-sint-jansvlinder
Zygaena trifolii
bruine metaalvlinder
Rhagades pruni
kleine sint-jansvlinder
Zygaena viciae