Deze soort is voor het laatst waargenomen in 1971 te Reusel. Daarvóór zijn er tot in de jaren vijftig geregeld waarnemingen gedaan op de Veluwe en in Noord-Limburg.
Voorvleugellengte: 13-15 mm. De gelijnde bruinbandspanner heeft op de voorvleugel verschillende lijnen en bandjes en een opvallend getande golflijn.
De soort vliegt waarschijnlijk in twee generaties. De vlinders zijn overdag gemakkelijk op te jagen.
De soort overwintert als rups.
Kruipbrem.
Droge heiden.
Deze soort is voor het laatst waargenomen in 1971 te Reusel. Daarvóór zijn er tot in de jaren vijftig geregeld waarnemingen gedaan op de Veluwe en in Noord-Limburg.
Deze soort komt niet in België voor.
Van Spanje, Zuid-Frankrijk, Italië en de Balkan tot de Oeral; in Midden-Europa een verbrokkelde verspreiding.
De bandspanners hebben een bandtekening dwars over de vleugels.
Deze bandspanner heeft veel lijnen en een bruinachtige kleuring.
Scotopteryx: skotos is duisternis en pteron is vleugel; wijzend op de donkere tekening op de vleugels van een aantal soorten, vooral de mediane band.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichtinggrauwe bandspanner
Epirrhoe molluginata
zomerbremspanner
Chesias rufata
berkenwintervlinder
Operophtera fagata
gemarmerde oogspanner
Cyclophora pendularia
ogentroostdwergspanner
Eupithecia laquaearia
beverneldwergspanner
Eupithecia pimpinellata