Vrij zeldzaam. Een trekvlinder die vooral in het zuidwesten van het land kan worden gezien; de aantallen wisselen per jaar.
Voorvleugellengte: 12-14 mm. Het mannetje heeft een bruine, vaak wat geel of oranje getinte voorvleugel met een smalle onregelmatige, soms onderbroken donkergrijze zone aan de binnenzijde van het middenveld; in de vleugelpunt bevindt zich een vaag donker streepje. Het vrouwtje heeft een vergelijkbaar vleugelpatroon maar is helder bruin van kleur. Op de voorvleugel van het vrouwtje bevindt zich een donkere witgeringde middenstip en er zijn soms zeer fijne gegolfde witte dwarslijnen zichtbaar. Er is weinig variatie.
Tot 23 mm; een zeer variabele soort, waarvan de grondkleur varieert van grijsachtig bruin tot helder groen met kleine witte vlekjes; op de rug soms sterk roodachtig bruin of zwartachtig bruin getekend of met roodachtig bruine insnijdingen tussen de segmenten; donkere exemplaren hebben over de rug gewoonlijk een opvallende lichte vlek met donkere, X-vormige vlekken naar de staart toe; de overige tekening is bijzonder variabel, hoewel er bijna wel altijd een bruine of zwartachtige lengtestreep langs de buikpoten loopt; kop lichtbruin of groen met donkerder bruine tekening.
Een trekvlinder die hier vanaf april/mei arriveert, maar meestal pas tussen juli en oktober wordt gezien; in bijna alle gevallen betreft het waarnemingen van één enkel exemplaar op licht. De late exemplaren zijn vaak mooi gaaf en afstammelingen van de vroege immigranten.
Rups: juli en september-april. Er zijn geen rupsenvondsten bekend uit Nederland. De soort is niet in staat om hier te overwinteren.
Diverse kruidachtige planten, zoals walstro, zuring en varkensgras.
Allerlei warme zonnige plaatsen; ook tuinen.
Vrij zeldzaam. Een trekvlinder die vooral in het zuidwesten van het land kan worden gezien; de aantallen wisselen per jaar.
Zeldzaam. Een trekvlinder die jaarlijks in wisselende aantallen gezien wordt.
Een trekvlinder die in alle landen van Eurazië gezien kan worden; ook bekend uit Afrika en Noord-Amerika.
De bandspanners hebben een bandtekening dwars over de vleugels.
Deze bandspanner is een trekvlinder uit zuidelijker omgeving.
obstipata: obstipus is naar een kant afgebogen; de diagonale veeg op de vleugels.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
loofboomdwergspanner
Eupithecia exiguata
dennendwergspanner
Eupithecia indigata
grote wintervlinder
Erannis defoliaria
wegedoornspanner
Philereme transversata
seringenvlinder
Apeira syringaria
essenspanner
Ennomos fuscantaria