Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor, vooral op de zandgronden; op sommige vliegplaatsen zeer talrijk.
Voorvleugellengte: ♂ 12-15 mm, ♀ 13-16 mm. De goudkleurige tekening op de voorvleugel van het mannetje is kenmerkend. Anders dan bij de andere wortelboorders loopt de band aan de vleugelbasis min of meer parallel aan de buitenste band en is vaak halverwege afgebroken. Het minder contrastrijk gekleurde vrouwtje heeft brede, purpergrijze banden op de voorvleugel.
18-22 mm. Het lijf is gerimpeld en is witachtig grijs; de kop glimt en is kastanjebruin; er zitten grijsbruine plaatjes op de rug en aan de zijkant van de borststuksegmenten; de kleine stigma’s zijn zwart.
De slawortelboorder (Pharmacis lupulina) is minder slank en de witte banden lopen, indien aanwezig, niet parallel maar vormen een omgekeerde V.
slawortelboorder
Pharmacis lupulina
HEPIALIDAE: Hepialinae
Oranje wortelboorder (Triodia sylvina), slawortelboorder (Pharmacis lupulina), gemarmerde wortelboorder (Korscheltellus fusconebulosa) en hopwortelboorder (Hepialus humuli).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
hopwortelboorder
Hepialus humuli
HEPIALIDAE: Hepialinae
slawortelboorder
Pharmacis lupulina
HEPIALIDAE: Hepialinae
oranje wortelboorder
Triodia sylvina
HEPIALIDAE: Hepialinae
gemarmerde wortelboorder
Korscheltellus fusconebulosa
HEPIALIDAE: Hepialinae
Half mei-eind juli in één generatie. De mannetjes vliegen in de schemering rond de waardplanten, waarbij ze een ananasachtige geur verspreiden om vrouwtjes te lokken; ook bij zonsopgang worden ze soms vliegend waargenomen. Zowel mannetjes als vrouwtjes komen in kleine aantallen op licht.
Rups: augustus-april. De rups, die onder de grond leeft en zich voedt met wortels en (ondergrondse) stengeldelen, overwintert tweemaal en verpopt zich in de grond.
Vooral bosbes en diverse soorten varens; soms ook andere kruidachtige planten of grassen.
Vooral open bossen met een ondergroei van grassen, varens of dwergheesters; ook struwelen, heiden en ruige graslanden.
Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor, vooral op de zandgronden; op sommige vliegplaatsen zeer talrijk.
In Vlaanderen wijdverbreid en lokaal algemeen ten oosten van de lijn Antwerpen-Brussel; lokaal en zeldzaam in Oost- en West-Vlaanderen. In Wallonië wijdverbreid en vrij algemeen.
Van Europa naar het oosten tot Japan (ssp. japonicus, Inoue, 1982). Wel in Engeland en op Sicilië; ontbreekt op Corsica, Sardinië en Kreta.
De rups van een wortelboorder boort gangen in de wortels van de waardplant. Een van de habitats van deze soort is heide.
hecta: hectikos is hectisch, onrustig; dit slaat op óf de manier van vliegen óf op de tekening van de vleugels óf op beide.
Actualiteiten
Ontdek meerWord donateur
Steun De Vlinderstichting
hopwortelboorder
Hepialus humuli
slawortelboorder
Pharmacis lupulina
oranje wortelboorder
Triodia sylvina
gemarmerde wortelboorder
Korscheltellus fusconebulosa
heidewortelboorder
Phymatopus hecta