kersenspinner Odonestis pruni

De kersenspinner heeft bruine voorvleugels met een witte stip en een gekartelde achterrand.
Familie
spinners (LASIOCAMPIDAE)
Onderfamilie
Pinarinae / Odonestis pruni
Groep
Nachtvlinder die nachtactief is
Hoe moeilijk te herkennen
(goed tot redelijk goed te determineren)
Zeldzaamheid

Zeer zeldzaam. Er zijn verspreid over het land enkele waarnemingen bekend. 

Rode lijst
niet beschouwd

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: ♂ 22-25 mm, ♀25-30 mm. Deze spinner is goed te herkennen aan de roodachtig geelbruine voorvleugel met een duidelijke scherp afstekende witte middenvlek. De zwartachtige centrale dwarslijnen steken eveneens duidelijk af en zijn fraai regelmatig gebogen. De dunnere roodachtig bruine golflijn is geschulpt. Vooral in het zoomveld vallen de donkere aderlijnen op. De achterranden van de vleugels zijn fijn gekarteld. De achtervleugel is iets lichter van kleur dan de voorvleugel en soms zijn daarop twee onduidelijke dwarslijnen zichtbaar. Ook bij deze spinner steekt de achtervleugel in rust vaak iets onder de voorvleugel uit. Beide geslachten hebben geveerde antennen, maar die van het mannetje zijn sterker geveerd dan die van het vrouwtje.

Gelijkende soorten vlinder

De kleine hageheld (Lasiocampa trifolii) en de hageheld (Lasiocampa quercus) hebben in plaats van scherp afstekende donkere dwarslijnen licht afgezette (niet altijd zichtbare) dwarslijnen op de voorvleugel. Ook missen ze de gekartelde achterrand.

kleine hageheld
Lasiocampa trifolii
LASIOCAMPIDAE: Pinarinae

hageheld
Lasiocampa quercus
LASIOCAMPIDAE: Pinarinae

Gelijkende soorten rups

Zwarte herfstspinner (Poecilocampa populi), espenblad (Phyllodesma tremulifolia), populierenblad (Gastropacha populifolia) en eikenblad (Gastropacha quercifolia).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).

populierenblad
Gastropacha populifolia
LASIOCAMPIDAE: Pinarinae

eikenblad
Gastropacha quercifolia
LASIOCAMPIDAE: Pinarinae

espenblad
Phyllodesma tremulifolia
LASIOCAMPIDAE: Pinarinae

zwarte herfstspinner
Poecilocampa populi
LASIOCAMPIDAE: Pinarinae

Vliegtijd en gedrag

Juni-begin augustus in één generatie; in gunstige jaren soms een partiële tweede generatie in de tweede helft van september. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes komen op licht. De vlinders nemen geen voedsel op en komen dus niet op smeer.

Levenscyclus

Rups: september-juni. De soort overwintert als halfvolgroeide rups op een twijg van de waardplant. De verpopping vindt plaats in een stevige cocon.

Waardplanten

Diverse loofbomen en struiken, met een voorkeur voor prunussoorten zoals sleedoorn, pruim en zoete kers.

Habitat

Bossen, struwelen en boomgaarden.

Zeldzaamheid

Zeer zeldzaam. Er zijn verspreid over het land enkele waarnemingen bekend. 

België

Zeer zeldzaam. Nagenoeg uitgestorven in Vlaanderen (een waarneming in Limburg (2013)) en in Wallonië beperkt tot de provincies Namen en Luxemburg (kalkstreek en de Gaume).

Mondiaal

Van het noorden van het Iberisch schiereiland oostwaarts via het gematigde gebied naar Oost-Azië (China en Japan). Ook in zuidoost-Finland, niet op de Britse eilanden (wel in Denemarken). In het zuiden tot het Middellandse Zeegebied, inclusief Italië en de Balkan tot de Zwarte Zee.

Trend op lange en korte termijn
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - feb 2016
Duitse naam
Pflaumenglucke
Franse naam
la Feuille-Morte du prunier
Oud Nederlandse naam
grote visstaart, pruimeblad, pruimspinner
Synoniemen
Bombyx pruni, Lasiocampa pruni
Toelichting Nederlandse naam

De rupsen van de Spinner-familie spinnen een meer of minder stevige cocon om in te gaan verpoppen.
De kersenspinner heeft prunussoorten als waardplant met voorkeur voor de kers.

Meer over Nederlandse namen

Auteursnaam en jaartal
(Linnaeus, 1758)

Tijdschriften

Soorten uit dezelfde familie spinners (LASIOCAMPIDAE)

grijsbandspinner
Trichiura crataegi

ringelrups
Malacosoma neustria

hageheld
Lasiocampa quercus

kleine hageheld
Lasiocampa trifolii

heideringelrups
Malacosoma castrensis

dennenspinner
Dendrolimus pini

alle soorten uit deze familie