roesje Scoliopteryx libatrix

Familie

spinneruilen (EREBIDAE)

Zeldzaamheid

Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: gevoelig.

Rode lijst

gevoelig

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Deze soort vliegt in twee generaties en kan in alle maanden van het jaar worden waargenomen. De vlinders worden in het donker vaak foeragerend aangetroffen op smeer, overrijpe bramen, bessen van gelderse roos en bloemen van onder andere klimop. In mindere mate komen de vlinders op licht.

Levenscyclus

Rups: mei-september. De verpopping vindt plaats in een cocon tussen samengesponnen bladeren, vaak aan het uiteinde van een tak. De soort overwintert als vlinder in schuren, bunkers, mergelgroeven, vochtige tunnels en kelders.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

The Herald

Duitse naam

Zackeneule

Franse naam

la Découpure , la Noctuelle verseuse

Oud Nederlandse naam

capucijner-uil, roestje, roestvlinder

Synoniemen

Gonoptera libatrix

Meer

Toelichting Nederlandse naam

De naam roesje is ontleend aan de roestkleurige vlekken op de vleugels. Maar waarom is dat zo? En hoe zit het met de andere mogelijke verklaringen van herkomst: de kledingroesjes (vanwege de gegolfde vleugelrand) en het roes uitslapen (vanwege de overwintering als vlinder)?
Lees meer in het artikel Waar komt de Nederlandse naam roesje vandaan?.
Meer over Nederlandse namen

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Scoliopteryx: skolios is krom, gebogen en pteron is vleugel, wijzend op de vele bochtjes in de achterrand van de vleugels.
libatrix: libatrix is iemand die de goden eer brengt. Linnaeus geeft geen toelichting op de naam. Het zou kunnen dat de aanblik van de vleugels aan ceremoniële gewaden doet denken. Hij kan ook hebben gedacht dat deze fraaie vlinder uitnodigt tot een feestelijke dronk!

Auteursnaam en jaartal

(Linnaeus, 1758)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 19-23 mm. Deze opvallende en karakteristieke spinneruil is stevig gebouwd en heeft een brede voorvleugel die in rust tamelijk vlak ligt en een krom gebogen vleugelpunt heeft. De achterrand van de voorvleugel heeft diep ingesneden kartels. De voorvleugel is grijsachtig bruin met een roze of paarsachtige tint en is bestrooid met kleine donkere vlekjes. Van de witte centrale dwarslijnen valt vooral de dubbele buitenste dwarslijn op; deze maakt vlak bij de voorrand een scherpe bocht in de richting van de vleugelwortel. Kenmerkend is de oranje met geel gespikkelde veeg die vanuit de vleugelwortel naar het midden van de vleugel loopt en die in het middenveld, voorbij de opvallende witte stip, terugbuigt in de richting van de vleugelwortel. Een andere opvallende witte stip is aanwezig in de vleugelwortel. Langs de oranje veeg ligt een zwart met wit gespikkelde ader. Op het oranjebruine borststuk is een korte kuif zichtbaar en het mannetje heeft geveerde antennen.

Kenmerken rups

Tot 50 mm; lang en slank met een fluweelachtig uiterlijk; lichaam groen met over de rug een onduidelijke donkere middenstreep en op de flanken een zwartgezoomde, groenachtig gele lengtestreep; over de spiracula een onduidelijke, witachtige lengtestreep; kop bijna bolrond, geelachtig groen met een zwarte lijn over het midden

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Open loofbossen, struwelen, moerassen, heiden, parken en tuinen.

Planten

Wilg en (ratel)populier.

Waardplant

Populier
Populus

Wilg
Salix

Tijdschriften

Soorten uit dezelfde familie spinneruilen (EREBIDAE)

witte tijger
Spilosoma lubricipeda

mendicabeer
Diaphora mendica

roomvlek
Arctia villica

grauwe borstel
Gynaephora fascelina

klein muisbeertje
Pelosia obtusa

satijnvlinder
Leucoma salicis

Alle soorten uit deze familie