donkerbruine snuituil Idia calvaria

Familie
spinneruilen (EREBIDAE)
Onderfamilie
Herminiinae / Idia calvaria
Groep
Nachtvlinder die nachtactief is
Hoe moeilijk te herkennen
(goed op gelijkende soorten letten)
Zeldzaamheid

Zeer zeldzaam. Na de eerste waarnemingen in de 19e eeuw wordt deze soort sinds 2008 weer af en toe waargenomen.

Rode lijst
verdwenen

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 11-14 mm. Een snuituil die qua tekening niet op de andere snuituilen lijkt (maar eerder doet denken aan bijvoorbeeld een schimmelspanner (Dysstroma-soorten)). Heeft een bont donker granietachtig uiterlijk van zwart of donkerbruinop een witachtige grondkleur. Het meest opvallende kenmerk is de grote lichtgele tot kaneelbruine middenvlek in de vorm van een ‘kies’, die zelf doorgaans ook weer twee zwarte vlekjes bevat.Meer naar binnen toe in het middenveld ligt nog een veel kleinere, eveneens gele of kaneelbruine vlek. De rest van de tekening bestaat uit twee witachtige grillige centrale dwarslijnen, met daartussen een onopvallende donkere middenschaduw, en een eveneens grillige witte golflijn. Al deze lijnen zijn zwart afgezet.

Vliegtijd en gedrag

Juli-augustus in één generatie. De vlinders rusten overdag met de kop naar beneden tegen een boomstam.

Waardplanten

Rottende bladeren van loofbomen en kruidachtige planten, zoals wilg en populier en zuring.

Habitat

Loofbossen en bosranden.

Zeldzaamheid

Zeer zeldzaam. Na de eerste waarnemingen in de 19e eeuw wordt deze soort sinds 2008 weer af en toe waargenomen.

België

Deze soort komt niet in België voor.

Mondiaal

Van Midden-Frankrijk tot het noorden en oosten van Midden-Europa. Het zwaartepunt ligt rond de Middellandse zee. Komt ook voor in Turkije, de Kaukasus en Voor-Azië. In Europa wordt de dichtheid naar het noorden steeds geringer; weinig meldingen uit Polen en de Benelux.

Trend op lange en korte termijn
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - feb 2016
Duitse naam
Dunkelbraune Spannereule
Franse naam
la Noctuelle des cimetières
Synoniemen
Pyralis calvarialis
Toelichting Nederlandse naam

De snuituilen hebben opvallend naar voren uitstekende palpen (de snuit) op de kop van de vlinder.
Deze soort komt feitelijk nooit in ons land voor, maar volgens foto's van elders in Europa ziet deze vlinder er nogal bont uit met veel (donker-)bruin.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Idia: idios is privë, met afstand; een genus dat verschilt van de genera die er verwand mee zijn.

Auteursnaam en jaartal
(Denis & Schiffermüller, 1775)

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie spinneruilen (EREBIDAE)

plat beertje
Eilema lurideola

plakker
Lymantria dispar

bosbessnuituil
Hypena crassalis

donkerbruine snuituil
Idia calvaria

geel grasbeertje
Coscinia striata

glad beertje
Eilema griseola

alle soorten uit deze familie