Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: gevoelig.
Voorvleugellengte: 24-29 mm. Behalve door de grootte en de karakteristieke groene kleur, wordt deze spanner gekenmerkt door de dagvlinderachtige rusthouding. De vleugels worden uitgespreid en onder een lichte hoek omhoog gehouden, alsof de vlinder net is neergestreken en op het punt staat weer op te vliegen; in volledige rust zijn de vleugels vlak uitgespreid. De achterrand van de vleugels is gegolfd. De groene kleur blijft bij deze soort langer behouden dan bij de meeste verwante soorten maar is instabiel en verbleekt of vergeelt snel door UV-straling en chemische stoffen. Vertoont weinig variatie; soms ontbreken één of meer van de witachtige dwarslijnen.
Tot 29 mm; lichaam met ruwe huid, geelachtig groen met een weerszijden van de rug een rij grote roodachtig bruine wratten; kop ingesneden, groen met roodachtig bruine tint. De jonge rupsjes zijn bruin, maar worden na de overwintering groen.
Eind mei-begin augustus in één generatie; soms een partiële tweede generatie in september. De vlinders komen goed op licht, meestal na middernacht. Ze strijken vaak neer op enige afstand van de lichtval, zonder er in te vliegen. Op warme zonnige dagen vliegen ze soms rond bomen en struiken.
Rups: juni-mei. De soort overwintert als jonge rups op een spinselkussentje op een twijg, een tak of de stam van de waardplant en verpopt zich in de strooisellaag.
Vooral berk; soms beuk, els en hazelaar.
Bossen, struwelen, heiden, graslanden, parken en tuinen.
Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: gevoelig.
Vrij algemeen in het hele land.
In bijna heel Europa en via de gematigde zone in meerdere ondersoorten tot Kamtsjatka en Japan. In het noorden Noord-Scandinavië en in het zuiden de Balkan en Klein-Azië.
De zomervlinder vliegt in de zomermaanden. Meer over Nederlandse namen
Geometra: geometreo is land meten. Verwijst naar de kenmerkende manier van voortbewegen van de rups.
papilionaria: papilio is een vlinder. Waarschijnlijk had Linnaeus deze naam niet voor deze soort bedoeld want hij schrijft aan Wilkes in 1747 dat de Engelse vlinder van Wilkes twee keer zo groot was als die uit Zweden.
Blijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
prachtstipspanner
Scopula marginepunctata
egale stipspanner
Idaea straminata
kleine wintervlinder
Operophtera brumata
geelschouderspanner
Ennomos alniaria
berkenoogspanner
Cyclophora albipunctata
wortelhoutspanner
Eulithis prunata