Zeer zeldzaam. Deze soort is slechts enkele keren waargenomen. De laatste waarnemingen van drie exemplaren dateren van 2009 uit Zuid-Holland. RL: gevoelig.
Voorvleugellengte: ♂14-20 mm, ♀ 19-20 mm. Een middelgrote, grijze tot bruine spanner met opvallende dwarslijnen, waarvan de buitenste golvend is en een puntige knik vertoont nabij de voorrand. Het mannetje heeft duidelijk geveerde antennes.
Juli in één generatie.
Rups: mei-juni. De verpopping vindt plaats in een spinsel tussen mos.
Diverse kruidachtige planten en struiken, waaronder brem, struikheide, duindoorn en heidebrem.
Zeer zeldzaam. Deze soort is slechts enkele keren waargenomen. De laatste waarnemingen van drie exemplaren dateren van 2009 uit Zuid-Holland. RL: gevoelig.
Komt niet meer voor in België. Slechts één oude melding uit Limburg.
Van het Iberisch Schiereiland via de eilanden van het westelijke Middellandse Zeegebied, Italië, de Balkan tot de Kaukasus en nog in het westen van Centraal-Azië; in het noorden met hiaten van de Noordzeekust via de Baltische staten tot Rusland.
De spikkelspanners hebben een grijze tot grijsbruine grondkleur met veel golvende dwarslijnen en veelal besprenkeld met donkerder spikkels.
Een spanner uit Zuid-Europa die hier nagenoeg nooit wordt gezien.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
variabele spikkelspanner
Alcis repandata
prunusspanner
Aleucis distinctata
iepenvenusje
Venusia blomeri
drievlekdwergspanner
Eupithecia trisignaria
vierbandspanner
Xanthorhoe ferrugata
boterbloempje
Pseudopanthera macularia