Thema 3: Vlindertrek

Profielwerkstuk Vlindertrek

Naarmate de gemiddelde temperatuur stijgt op aarde, zullen de klimaatgrenzen opschuiven naar het noorden. De vlinders zullen hierdoor hun leefgebied ook moeten verschuiven.
Omdat vlinders koudbloedig zijn, maakt warmte vlinders mobieler. Mits er voldoende nectar aanwezig is, zullen ze langer en dus ook verder kunnen vliegen. Dat verhoogt de kans om nieuwe leefgebieden te ontdekken. Dit gaat vooral op voor goede vliegers en ‘generalisten’ (dat zijn de weinig kieskeurige vlinders, 20% van alle vlindersoorten). Uitermate goede vliegers zijn natuurlijk de trekvlinders. Elke vlinder die een kleinere of grotere afstand aflegt is in feite een trekvlinder. Toch worden niet alle soorten die zich verplaatsen tot de trekvlinders gerekend. Trekvlinders zijn soorten die in Nederland niet inheems zijn en onder natuurlijke omstandigheden hier niet kunnen overwinteren.

Fenomeen vlindertrek

Over vlindertrek is nog relatief weinig bekend. Zo is het nog steeds onduidelijk wat vlinders ertoe beweegt om te gaan trekken, waarom bepaalde soorten migreren en andere niet, waarom slechts een deel van een vlinderpopulatie aan de trek deelneemt en waarom de afgelegde afstand per individu verschilt. Trekvlinders die ons land bezoeken zijn meestal afkomstig uit landen rondom de Middellandse Zee, uit Midden-Europa, Klein-Azië en Midden-Afrika. In het najaar slaat de trekrichting om. Veel vlinders die hier zijn opgegroeid (het nageslacht) gaan dan zuidwaarts. Dit fenomeen staat bekend als remigratie of terugtrek.

Reguliere bezoekers

Tot onze bekendste migranten behoren de atalanta (Vanessa atalanta) en de distelvlinder (Vanessa cardui). Samen met de gamma-uil (Autographa gamma) zijn zij verantwoordelijk voor een groot deel van de jaarlijkse migrantenstroom. Hoewel de aantallen per jaar sterk uiteenlopen, worden jaarlijks tienduizenden atalanta's en meestal een kleiner aantal distelvlinders waargenomen. Het gamma-uiltje is in Nederland per jaar ook met vele duizenden vlinders vertegenwoordigd.

Effecten van klimaatverandering

Zoals gezegd maakt warmte vlinders mobieler en kunnen ze dus nieuwe leefgebieden ontdekken. Zo is er de laatste jaren een toename van een aantal soorten trekvlinders die in Nederland worden waargenomen. Een voorbeeld hiervan is de kolibrievlinder (Macroglossum stellatarum) die vooral in de warme zomer van 2003 veel waargenomen werd. Ook zijn er trekvlinders die door de opwarming nu wel in Nederland kunnen overwinteren en in principe niet meer hoeven te migreren.

Onderzoeksidee: Geen lange reizen meer voor de atalanta?

Verwacht wordt dat de atalanta steeds meer in Nederland zal gaan overwinteren. Deze vlinder wordt nu al begin februari waargenomen, terwijl ze normaal pas vanaf eind maart vanuit Afrika naar Nederland komt. De enige verklaring hiervoor is dat er atalanta’s zijn die in Nederland overwinteren.

Onderzoeksvragen

  

  1. Kan de atalanta zonder de trek van en naar Afrika, in Nederland overleven?
  2. Klopt het dat er steeds meer atalanta’s de afgelopen jaren in Nederland hebben overwinterd?
  3. Is er een relatie tussen het overwinteren van de atalanta en de jaarlijkse temperatuur of de wintertemperatuur van het betreffende jaar?

Activiteiten

Ga op zoek naar informatie over het trekgedrag, voortplanting, aantal generaties, leefgebied, waardplant rups, voedselplant vlinder etc. en onderzoek of Nederland wel aan alle eisen van de atalanta kan voldoen. Voor deze vragen heb je eerste waarnemingen nodig van de atalanta. Deze kun je vinden op http://www.naturetoday.com

Je weet nu wat de invloed van klimaatverandering kan zijn op vlinders en rupsen. Bedenk eens wat jij kunt doen om de negatieve effecten van klimaatverandering tegen te gaan en zo rupsen een handje te helpen!  

Type onderzoek: Theoretisch, Beschrijvend

Geschikt moment: Hele jaar door.

Meer informatie:

Levenscyclus vlinders

Over de atalanta

Nature today

 

Onderzoeksidee: Tropische gasten

Een van de vlinders met het spectaculairste trekgedrag op aarde is de monarchvlinder. Deze vlinder vliegt in het najaar in 25 dagen 4200 km van Zuid-Canada naar Mexico. In het voorjaar vliegt de vlinder stukje bij beetje weer terug om in de vierde (!) generatie in Canada terug te komen.

Deze vlindersoort komt in Noord Amerika in grote aantallen voor maar is zeer zeldzaam in Europa. In het uiterste zuiden van Europa wordt de monarchvlinder een enkele keer gezien als dwaalgast en in Nederland is deze vlinder in totaal 5 keer (ooit) waargenomen. De kans dat we hem door klimaatverandering vaker zullen zien is klein, gezien de grote oceaan die de monarchvlinders over moeten. Een grotere kans maken de vlinders uit Afrika en Zuid-Europa.

Onderzoeksvragen

  1. Welke nieuwe vlindersoorten kunnen we, wanneer de klimaatverandering doorzet, over 20 jaar uit Noord-Afrika en/of Zuid-Europa in Nederland verwachten?
  2. Kunnen er nog inheemse vlinders in Nederland leven als het klimaat geschikt is voor de Noord-Afrikaanse en/of Zuid-Europese vlinders?

Activiteiten

Je kunt literatuuronderzoek doen, maar ook op bezoek gaan bij een tropische vlindertuin en één van de medewerkers interviewen. Voorbeelden van vlindertuinen zijn:

De Vlindertuin van Tropical Zoo Berkenhof (Kwadendamme, Zeeland);
Vlindertuin in Wildlands Zoo (voorheen dierenpark Emmen);
Vlindertuin in Diergaarde Blijdorp (Rotterdam);
Vlindertuin in Artis (Amsterdam).

Je weet nu wat de invloed van klimaatverandering kan zijn op vlinders en rupsen. Bedenk eens wat jij kunt doen om de negatieve effecten van klimaatverandering tegen te gaan en zo (inheemse) vlinders een handje te helpen!

Type onderzoek: Veldwerk, Theoretisch, Voorspellend

Geschikt moment: Hele jaar door

Verdere informatie over klimaatverandering en vlinders

Profielwerkstuk