Half april-eind augustus in twee generaties. De vlinders kunnen overdag gemakkelijk uit struiken worden opgejaagd. Ze zijn actief vanaf de schemering en komen in kleine aantallen op licht.
Rups: mei-september. De rups wordt vaak ´s nachts waargenomen, hangend aan een korte spinseldraad aan de waardplant. De soort overwintert als pop.
Scorched Carpet
Pfaffenhütchen-Harlekin
la Phalène du fusain
Abraxas adustata, Melanthia adustata, Melanippe adustata, Zerene adustata
De kleur en tekening langs de rand van de voorvleugel geven de indruk van iets 'aangebrands'; te lang op het vuur gestaan en een beetje aangebrand.
Ligdia: ligdia heeft mogelijk helemaal geen betekenis.
adustata: adustus is schroeien. De schroeiplekken zijn opmerkelijker aan de onderzijde; daar zit een roodbruine bestuiving.
(Denis & Schiffermüller, 1775)
Voorvleugellengte: 12-14 mm. Goed herkenbaar door de zwartachtige vlek aan de vleugelwortel en de brede zwarte buitenste dwarsband (bij verse vlinders zijn beide bedekt met blauwgrijze schubben) op de vuilwitte vleugel. Er is weinig variatie.
Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor.
Vrij algemeen in het hele land. Toegenomen.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Van de Britse eilanden via Midden-Europa tot Rusland; in het zuiden van het westelijke Middellandse Zeegebied via de Balkan, Klein-Azië en de Kaukasus tot Toerkmenistan, in het noorden tot Zuid-Zweden en de Baltische staten.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Loofbossen en struwelen; soms ook tuinen.
Wilde kardinaalsmuts.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
herfstpapegaaitje
Chloroclysta miata
herfstbremspanner
Chesias legatella
witte schaduwspanner
Lomographa temerata
malvabandspanner
Larentia clavaria
gewone dwergspanner
Eupithecia vulgata
witroze stipspanner
Scopula emutaria