Zeldzaam. De eerste Nederlandse waarneming werd gedaan in Zuid-Limburg in 1994. Sindsdien wordt deze soort jaarlijks op een gering aantal plaatsen in Zuid-Limburg gezien. Het lijkt er op dat het aantal waarnemingen de laatste jaren echter weer afneemt. RL: gevoelig.
Voorvleugellengte: 14-16 mm. Een klein bloeddrupje met een sterk afgeronde voorvleugel en vijf duidelijk afgegrensde rode vlekken op een breed donker veld. Kenmerkend zijn de tamelijk doorschijnende vleugelsen de zwarte bestuiving langs de binnenrand en deachterrand van de achtervleugel.
De vijfvlek-sint-jansvlinder (Z. trifolii) is groter en forser en heeft puntigere en minder doorschijnende vleugels. De sint-jansvlinder (Z. filipendulae) heeft zes vlekken op de voorvleugel en heeft eveneens minder doorschijnende vleugels.
Bekijk de gedetailleerde verschillen met illustraties tussen de drie Zygaena-soorten.
vijfvlek-sint-jansvlinder
Zygaena trifolii
ZYGAENIDAE: Zygaeninae
sint-jansvlinder
Zygaena filipendulae
ZYGAENIDAE: Zygaeninae
Juni-juli in één generatie. De vlinders bezoeken bloemen en vooral de vrouwtjes zijn tamelijk honkvast. De mannetjes vliegen alleen bij warm en rustig weer.
Rups: eind juli-begin juni. De rups overwintert, soms meer dan één keer en verpopt zich in een papierachtige cocon, verborgen aan de onderzijde van bladeren of onder in de vegetatie aan grasstengels. De eieren worden voor eind juli in groepjes op de waardplant afgezet.
Vogelwikke en andere wikkesoorten, honingklaver, gewone rolklaver en veldlathyrus.
Bloemrijke, droge (kalk)graslanden op zuidhellingen.
Zeldzaam. De eerste Nederlandse waarneming werd gedaan in Zuid-Limburg in 1994. Sindsdien wordt deze soort jaarlijks op een gering aantal plaatsen in Zuid-Limburg gezien. Het lijkt er op dat het aantal waarnemingen de laatste jaren echter weer afneemt. RL: gevoelig.
Zeldzaam maar wijdverbreid in Luik, Luxemburg en Namen. Vooral verbreid en lokaal algemeen in de kalkstreek.
Geen Zygaena heeft zo'n groot verspreidingsgebied als Z. viciae. In Europa van Iberisch Galicië tot ver oostelijk van het Bajkalmeer (> 15000 km!). Een kolonie in Schotland is het laatste overblijfsel van het vroegere voorkomen op de Britse eilanden. Ook in Zuid-Scandinavië, in Midden-, Oost-, West- en Zuid-Europa is deze soort wijdverbreid. Ook op de Balkan tot aan de Peloponnesus, zelfs op enige eilanden in de Egeïsche Zee; ook in Klein-Azië, de Kaukasus en Iran. Noordoostelijk in Polen, Rusland, Kazachstan. Als enige Zygaena ook in Mongolië. Komt niet voor in de uitgebreide steppen tussen de Kaspische Zee en het Aralmeer.
Sint-jansvlinder is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders'.
De vliegtijd begint rond 24 juni, de naamdag van Sint Jan. Dit is de kleinste van de sint-jansvlinders.
Zygaena: zugaina is hamerkophaai. Dat deze naam (later) werd gebruikt voor het genus Zygaena is toeval en heeft niet te maken met de vorm van de antennes. Fabricius hield van woordspelingen en raadseltjes hetgeen uiteraard het begrijpen van achtergronden van de naamgeving niet duidelijker maakt.
viciae: vicia is een geslacht van wikkesoorten, op het vaste land van Europa de waardplant van deze soort.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
metaalvlinder
Adscita statices
wingerdmetaalvlinder
Theresimima ampellophaga
vijfvlek-sint-jansvlinder
Zygaena trifolii
sint-jansvlinder
Zygaena filipendulae
bruine metaalvlinder
Rhagades pruni
kleine sint-jansvlinder
Zygaena viciae