Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.
Voorvleugellengte: 16-21 mm. Deze uil is meestal te herkennen aan de opvallende witte niervlek die fel afsteekt tegen de glanzende zwartachtige voorvleugel en waarin vaak een grijsachtig half maantje te zien is. Er zijn echter ook exemplaren zonder opvallende witte niervlek. Ook de lichte golflijn en de vlekjes langs de voorrand zijn doorgaans goed zichtbaar; verder is de tekening slechts vaag zichtbaar. De kleur kan enigszins variëren; soms is de voorvleugel blauw- of bruinachtig getint. Op het borststuk bevindt zich een bosje roodbruine haren.
Tot 40 mm; lichaam varieert in kleur van purperachtig bruin tot groen; segment elf met een duidelijke bult; over de rug een witte middenstreep, die door een rij donkere, V-vormige vlekken loopt, die vooral op de segmenten vier, vijf en elf zeer opvallend zijn; vanaf elk spiraculum een schuine, neerwaartse, donkere streep; kop lichtbruin.
Half mei-eind augustus in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen.
Rups: juli-oktober; of, als de rups overwintert, tot in het voorjaar. De rups, die zowel in een groene als in een bruine vorm voorkomt, foerageert ´s nachts en rust overdag op de waardplant; soms wordt de rups ook 's middags fouragerend aangetroffen. De soort overwintert als pop in een cocon in de grond en soms als rups.
Diverse kruidachtige planten, struiken en bomen, waaronder brandnetel, hop, akkerwinde, zuring, klaver, wilg, brem, ribes, klimop en hazelaar.
Allerlei open en bosachtige gebieden; vooral struwelen en tuinen.
Algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.
Vrij algemeen in het hele land.
Het Iberisch schiereiland, de meeste landen van Europa en tot Oost-Azië. Naar het noorden tot Schotland, Zuid-Scandinavië en Rusland en verder tot voorbij Siberië. In het zuiden het Middellandse Zeegebied, de Zwarte Zee, Noord-Iran en Midden-Azië.
Bij de keuze van perzikkruiduil is de wetenschappelijke soortnaam doorslaggevend geweest. Zie verder bij 'toelichting wetenschappelijke naam'.
In tuinbouwkringen wordt deze soort ook al decennia-lang aangeduid met perzikkruiduil. Meer over Nederlandse namen
Melanchra: melas, melan- is zwart en khros is kleur. Naar de donkere grondkleur.
persicariae: persicaria is een boom waar perziken aan groeien, later ook gebruikt voor Polygonum persicaria, perzikkruid, vanwege de gelijkenis van de bladvorm. Perzikkruid is een voedselplant van deze soort.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
iepengouduil
Xanthia gilvago
grote piramidevlinder
Amphipyra perflua
dwerghuismoeder
Panemeria tenebrata
variabele silene-uil
Hadena perplexa
kustuil
Polymixis lichenea
straaljagertje
Trigonophora flammea