Vrij algemeen. Komt verspreid over het land voor, vooral op de zandgronden in het binnenland en in de duinen. RL: kwetsbaar.
Voorvleugellengte: 18-21 mm. Goed van de andere Lacanobia-soorten te onderscheiden door de gemiddeld grotere afmeting, de krachtige, scherp begrensde tekening op de voorvleugel en de grof geschulpte buitenste dwarslijn. Tussen de niervlek en de golflijn ligt een gelijkmatige lichtgrijze zone. Er is weinig variatie in kleur en tekening; soms komen exemplaren met een paarsachtige tint voor.
Tot 45 mm; vrij dik; lichaam varieert in kleur van mat bruin tot grijs of olijfgroen; over de rug een rij donkerbruine ruit- en wigvormige vlekken; onder de witachtige spiracula is de lichaamskleur bleek grijsachtig bruin; kop bruin met twee zwarte strepen.
De Geoogde w-uil (L. contigua) is kleiner en smaller en heeft een duidelijke lichte V over de beide voorvleugels. Bij de w-uil (L. thalassina) is de buitenste dwarslijn niet grof geschulpt maar fijn getand. Zie ook de grauwe grasuil (Apamea remissa) en de zwartstreepuil (Hyppa rectilinea).
zwartstreepuil
Hyppa rectilinea
NOCTUIDAE: Hadeninae
w-uil
Lacanobia thalassina
NOCTUIDAE: Hadeninae
geoogde w-uil
Lacanobia contigua
NOCTUIDAE: Hadeninae
grauwe grasuil
Apamea remissa
NOCTUIDAE: Hadeninae
Kooluil (Mamestra brassicae).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
kooluil
Mamestra brassicae
NOCTUIDAE: Hadeninae
Eind april-eind juli in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen. Overdag worden ze soms rustend op paaltjes of boomstammen aangetroffen.
Rups: juni-augustus. De rups foerageert ´s nachts. De soort overwintert als pop in de grond.
Allerlei houtige en kruidachtige planten, waaronder brem, verfbrem, sint-janskruid, zuring, walstro en braam.
Vooral graslanden en heiden; soms open bossen.
Vrij algemeen. Komt verspreid over het land voor, vooral op de zandgronden in het binnenland en in de duinen. RL: kwetsbaar.
In Vlaanderen zeldzaam. Wijdverbreid ten oosten van de lijn Antwerpen-Brussel, zeer zeldzaam ten westen daarvan. In Wallonië zeldzaam in alle provincies.
Van het Iberisch schiereiland via heel Europa, de Kaukasus en het middenaziatische gebergte tot Oost-Azië. De noordgrens ligt over Zuid-Scandinavië (zonder Noorwegen), de zuidgrens over het Middellandse Zeegebied tot Voor-Azië.
De w-uilen zijn Lacanobia-soorten en hebben tegen de achterrand van de voorvleugel een duidelijke w. De kenmerkende w van deze soort is breed en komt uit een breed wit zoomveld.
Lacanobia: een foute schrijfwijze van lachanobia; lakhana is groenten en bioo is leven. Het oorspronkelijke genus was uitgebreider en omvatte ook een aantal groente-eters, zoals M. brassicae.
w-latinum: w-latinum verwijst naar de twee naast elkaar liggende V's. Het Latijnse alfabet kent geen W en dus moest de W gelatiniseerd worden: w-latinum.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
gamma-uil
Autographa gamma
gelijnde grasuil
Tholera decimalis
glanzende marmeruil
Pseudeustrotia candidula
w-uil
Lacanobia thalassina
gekamde graanworteluil
Euxoa aquilina
spitsvleugelgrasuil
Mythimna straminea