Zeer zeldzaam. Van deze soort zijn een aantal recente waarnemingen bekend uit Limburg (2007, 2013).
Voorvleugellengte: 12-15 mm. Een opvallend, vrijwel effen roetzwart spannertje, waarvan de kleur in de loop van de vliegtijd vervaagt tot bruinzwart. De voorvleugel heeft bij de vleugelpunt een opvallend kalkwit randje.
Juni-begin augustus in één generatie. De vlinders zijn overdag actief bij zonnig weer, maar de mannetjes vliegen ook nog als het bewolkt is. Ze bezoeken graag bloemen.
Rups: mei-juni. De verpopping vindt plaats in de grond. De soort overwintert als ei.
Vooral dolle kervel.
Graslanden, oude hooilanden en andere braakliggende landbouwgrond, struwelen, bosranden en beekoevers.
Zeer zeldzaam. Van deze soort zijn een aantal recente waarnemingen bekend uit Limburg (2007, 2013).
Vrij zeldzaam en lokaal algemeen in Luik, Luxemburg en Namen.
Van het Iberisch Schiereiland, West- en Midden-Europa inclusief de Britse eilanden via de gematigde zone tot Sachalin en het Amoer-Oessoeri-gebied, ook in Mongolië; in het noorden tot in Midden-Scandinavië en in het zuiden Italië en de Balkan. Een siberische soort die in Zuid- en Midden-Duitsland voorkeur heeft voor berggebieden, in Noord-Duitsland echter voor de vlakten (Warnecke 1942).
De vlinder is zwart (op een klein streepje wit bij de vleugelpunt na). Een relatie met rouw ligt dan voor de hand.
Odezia: hodos is een weg en hexomai is zitten. Deze soort zit graag op vochtige, kale grond. Het weglaten van de beginletter 'h' is gewoon voor Franse auteurs.
atrata: ater is zwart, verwijzend naar de grondkleur
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
kleine zomervlinder
Hemithea aestivaria
papegaaitje
Chloroclysta siterata
bruine bergspanner
Euphyia frustata
hoekbanddennenspanner
Pennithera firmata
zwartbandspanner
Xanthorhoe fluctuata
gele agaatspanner
Gandaritis pyraliata