steenrode grasuil Apamea lateritia

Familie
uilen (NOCTUIDAE)
Onderfamilie
Hadeninae / Apamea lateritia
Groep
Nachtvlinder die nachtactief is
Hoe moeilijk te herkennen
(goed op gelijkende soorten letten)
Zeldzaamheid

Zeldzaam. Komt lokaal en zeer verspreid voor op de zandgronden in het binnenland; daarbuiten slechts af en toe een waarneming. RL: ernstig bedreigd.

Rode lijst
ernstig bedreigd

Verspreiding
Vliegtijd
Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 19-24 mm. Een forse, vrij egaal roodbruine uil. De roodachtig bruine, soms geelachtig bruine, dofbruine, bruingrijze of zelden zwartachtige voorvleugel heeft een opvallend effen uiterlijk. De buitenste dwarslijn is meestal slechts zichtbaar als een rij zwarte stipjes of streepjes en de lichte golflijn is doorgaans vaag. De gedeeltelijk witgerande ringvlek en niervlek zijn meestal slechts zwak zichtbaar. Wel duidelijk, met name bij donkere exemplaren, is de dikke witachtige onderbroken rand aan de holle achterzijde van de niervlek. Opvallend zijn de witte stippen langs de voorrand van de voorvleugel, in het gedeelte tussen de niervlek en de golflijn.

Gelijkende soorten vlinder

De roodachtig bruine vorm van de variabele grasuil (A. crenata) is kleiner en heeft een iets spitser toelopende voorvleugel met een duidelijke, naar de niervlek uitgerekte ringvlek; de dikke rand aan de holle achterzijde van de niervlek is geelachtig en ononderbroken.

variabele grasuil
Apamea crenata
NOCTUIDAE: Hadeninae

Vliegtijd en gedrag

Half juni-eind augustus in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer.

Levenscyclus

Rups: september-mei. De rups foerageert op de wortels van de waardplant en overwintert.

Waardplanten

Diverse grassen, waaronder ruwe smele, bochtige smele, ruig schapengras en zinkschapengras.

Habitat

Vooral tuinen en volkstuinen.

Zeldzaamheid

Zeldzaam. Komt lokaal en zeer verspreid voor op de zandgronden in het binnenland; daarbuiten slechts af en toe een waarneming. RL: ernstig bedreigd.

België

Zeer zeldzaam in Vlaanderen, sterk achteruitgegaan. Slechts enkele recente waarnemingen uit de Limburgse Kempen. In Wallonië zeldzaam, met verspreide waarnemingen in Luik, Luxemburg en Namen, vooral in de Ardennen.

Mondiaal

Europa en Azië, oostelijk tot Japan en de Koerilen. In Scandinavië tot boven de poolcirkel en in Zuid-Europa alleen in de bergen. Zuidelijk tot Noord-Spanje, Midden-Italië en Griekenland. Enkelingen (trekkers/zwervers) op de Britse eilanden. Vroeger werden ook andere noordelijke gebieden bij dit Areaal gevoegd, maar die populaties horen niet bij lateritia (Mikkola, Lafontaine & Kononenko 1991).

Trend op lange en korte termijn
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) wordt hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Verspreiding in Nederland in vier perioden
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
voor 1950
1950 - 1979
1980 - 1999
2000 - feb 2016
Engelse naam
Scarce Brindle
Duitse naam
Ziegelrote Grasbüscheleule
Synoniemen
Parastichtis lateritia, Luperina lateritia, Hadena lateritia
Toelichting Nederlandse naam

Alle grasuilen hebben een relatie met grassen.
De roodachtige kleur van deze vlinder is kenmerkend. Zie ook bij 'toelichting wetenschappelijke naam'.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Apamea: apamea is de naam van een stad in Klein-Azië waar Theodorus, een van de oude kerkvaders woonde; verder zonder enthomologische betekenis. Auteurs gebruikten wel vaker namen van steden in Klein-Azië en telkens met een kerkelijke achtergrond en zonder verdere enthomologische betekenis: Thyatira (Ochsenheimer) en nicaea (Prunner). Antiochus de Grote tekende in Apamea een vredesovereenkomst met de Romeinen (88 v.Ch) na de verloren slag bij Magnesia.
lateritia: latericius, lateritius is gemaakt van baksteen, naar de licht roodachtig bruine voorvleugel van de blekere vormen.

Auteursnaam en jaartal
(Hufnagel, 1766)

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie uilen (NOCTUIDAE)

gevlekte groenuil
Moma alpium

zuidelijke stofuil
Hoplodrina ambigua

sint-janskruiduil
Chloantha hyperici

zilverstreep
Deltote bankiana

ridderspooruil
Periphanes delphinii

alle soorten uit deze familie