Vrij zeldzaam. Een soort die de laatste jaren alleen nog wordt waargenomen in de Biesbosch. RL: bedreigd.
Voorvleugellengte: 16-18 mm. Deze uil heeft een donkerbruine voorvleugel met een paarsachtige gloed. Het zoomveld is opvallend goudkleurig en aan de binnenzijde van de buitenste dwarslijn ligt langs de binnenrand een goudkleurige vlek. De niervlek is zichtbaar als een opvallende goudkleurige C. De achtervleugel is grijsachtig wit zonder tekening met een iets verdonkerd middenveld.
Begin juni-begin september in één generatie. De vlinders komen op licht en bezoeken bloemen.
Rups: najaar-juni. De soort overwintert als rups.
Poelruit.
Vrij zeldzaam. Een soort die de laatste jaren alleen nog wordt waargenomen in de Biesbosch. RL: bedreigd.
Verdwenen in België. Kwam vroeger voor in Antwerpen, Oost-Vlaanderen, Namen en Luxemburg.
In Europa een lokale soort, vooral in landen van het centrum en het oosten. Naar het noorden België, Nederland, Denemarken, Zuid-Zweden, Zuid-Finland, Leningrad tot de Oeral. Naar het zuiden tot de zuidrand van de Alpen, Dalmatië, Noord-Bosnië en Roemenië; ook in de Kaukasus, Armenië en West-Siberië. L. mikadina (Butler, 1878) vliegt in Centraal- en Oost-Azië en is volgens Suggi (1982) geen vorm van c-aureum maar een aparte soort.
akelei-uil
Naast ruit is ook akelei een belangrijke waardplant voor deze soort.
akkerwinde-uil
Tyta luctuosa
kastanjebruine uil
Xestia castanea
zwartvlekwinteruil
Conistra rubiginosa
chi-uil
Antitype chi
witvlekworteluil
Euxoa lidia
sigma-uil
Eugraphe sigma